15 JANUARI 1964. -39- vorig jaar. Is hiervoor een verklaring In 1962 was er een tabel voor de reducties van boven het straatpeil gelegen gronden. Spreker mist deze nu. Tenslotte wil hij er op wijzen dat de prijzen met gemiddeld 10% zijn gestegen. Dat is alweer 6% minder dan het jaar daarvoor, maar niettemin is dit toch weer 26% in 2 jaar. Dit houdt echter zeker verband in met het gebonden zijn aan een sluitende exploitatie. Wethouder VERMEULEN zegt dat de verhoging van de bijdrage grote werken natuurlijk al in de begroting is verwerkt. Spreker meent dat bij de begrotingsbehandeling over de noodzakelijkheid van de ze verhoging is gepraat. De reserve voor de grote werken is in de loop der tijden gecreëerd en zal nu nogal danigworden aangespro ken als dekkingsmiddel voor bepaalde uit te voeren grote werken. Hierbij verwijst hij o. a. naar het nieuwe katholiek militair tehuis dat uit deze reserve zal moeten worden gefinancierd en ook naar de bijdrage die van gemeentewege inde kosten van de ondergrond se parkeergarage aan de Haven zal moeten worden gegeven. Alles bij elkaar heeft er toe geleid dat de reserve nu nogal aangesproken gaat worden. De vrees ging ontstaan dat als de reserve niet in om vang ging toenemen dat dan een onrendabele investering zou ont staan. Die zou dan in het investeringsplan moeten worden opgeno men wat er weer toe zou leiden dat de mogelijkheden van het in vesteringsplan beperkt zouden kunnen worden. De mate waarin de verhoging plaats moet vinden is zeker niet zo dat nu voor al de nu te voorziene werkzaamheden dekking ontstaat. Spreker meent dat eigenlijk een minimale verhoging is toegepast. Het is de bedoeling dat de reserve, die nu aangesproken wordt, niet geheel wordt uitgeput. De heer Zijtregtop heeft gezegd dat de prijzen van de grond voor villa- en bungalowbouw het minst zijn verhoogd en dat zij naar zijn oordeel ten opzichte van andere gemeenten laag zijn. Zeer consequent komt deze vraag van de heer Zijtregtop ieder jaar terug. Spreker is het daarin ook wel met hem eens en hij gelooft ook dat de prijs van die grond in Breda in vergelijking met andere steden niet aan de hoge kant is. Daar staat tegenover dat bij de gehele grond-pool-opzet is uitgegaan van een bepaalde principiële gedrags lijn. Objectief is vastgesteld dat alleen maar de kosten worden toe gerekend die op deze grond betrekking hebben. De kosten van het bouwrijpmaken van gronden voor villa- en bungalowbouw zijn nu eenmaal belangrijk lager dan de kosten voor het bouwrijpmaken van gronden waar op een andere wijze wordt gebouwd. Er wordt van uitgegaan dat de grondpool een sluitende exploitatie moet hebben. Anderzijds is het grondbedrijf een enorm nutsbedrijf en dit heeft er toe geleid dat de verhoging van deze gronden waar schijnlijk zelfs hoger is dan gestrikt genomen objectief gezien nodig zou zijn geweest in verband met de gestegen kosten. Het college

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 39