12 AUGUSTUS 1964. 400 hebben al koninklijke goedkeuring gekregen. Er is kennelijk niet op bezwaren gestuit toen mende juridische merites is gaan bezien. Is dit een tweede plus-punt, als derde wil hij staande houden dat juridisch gezien deze regeling bepaald niet foutief is te noemen. Hoogstens kan men stellen het niet wenselijk te vinden deze formu lering te nemen, maar foutief kan men hem zeker niet noemen. Men mag de verwachting hebben, dat de regeling naar rechten bil lijkheid zal worden toegepast reden temeer waarom de regeling geen bezwaren kan oproepen. Het college heeft wel bezwaar tegen het voorstel van de heer Barij om de toevoeging weg te laten. Dit zou immer consequenties kunnen hebben in het uitzonderlijke ge val waarop dan deze clausule zou moeten slaan. De heer BARIJ zegt tweemaal te hebben gehoord dat zijn voor stel bezwaren ontmoet, maar niet te hebben vernomen welke deze zijn.Hij zou ze nog graag horen.Voorts is hij heter helemaal mee eens dat de ambulancedienst self-supporting zou moeten zijn. Dit moet niet bereikt worden met een verordening, welke zijns inziens persé onhaalbaar is en welke consequenties inhoudt. Nogmaals wil hij hetvoorbeeld stellen dat wanneer zijn schoonmoe der zich Iaat vervoeren hij wel eens wil zien wie hem zou dwingen dit te betalen. Spreker gelooft, dat een rechtstreeks verhaal nooit haalbaar is. Hij meent dat men met hetzelfde recht een verorde ning zou kunnen maken waarin staat.dat de sigaren die het college van burgemeester en wethouders bij Jansen koopt, door de heer Barij betaald moeten worden. Wethouder VAN BOXTEL zegt dat de heer Barij hem uitnodigt - niet op sigaren, die zal hij zelf wel betalen - te zeggen, wat de bezwaren zijn. Spreker dacht dat de heer Barij die zelf zou zien. Die zitten hierin, dat als men de voorgestelde weglating overneemt, men vrij gemakkelijk in civiele procedures terecht zal komen, wat niet bepaald de vlotste weg is om te komen tot een uitspraak en tot incasso. Waar de gehele verordening en het gehele recht is gegoten in de vorm van belastingheffing - dus een belastingverordening - meenden burgemeester en wethouders staan te moeten houden, dat deze formulering daarbij het nauwste aansluiting vindt. Dit is de mening van de juridische deskundige na herhaald gesprek daarover. Deze mening kan spreker niet afvallen. De VOORZITTER zegt dat de gemeente het recht heeft en be voegd is op dit punt haar eigen redactie te maken. En zo is het be lastingtechnisch mogelijk de heer Barij bij een onverhoopt gebeuren voor zijn schoonmoeder aansprakelijk te stellen. Dit is het goed recht van iedere wetgever, ook van de gemeente. De gemeente kan een keuze maken en heeft deze keuze genomen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 400