401
12 AUGUSTUS 1964.
5. HEFFING EN INVORDERING SCHOOLGELDEN CURSUS VERFBE-
REIDEN GEMEENTELIJKE TECHNISCHE SCHOOL.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
6. BRANDVEILIGHEID LOGIESGELEGENHEDEN.
De heer VAN CAULIL zegt helemaal niet van plan te zijn ge
weest over dit voorstel iets te zeggen, omdat ieder begrijpt dat de
brandveiligheid dringend noodzakelijk is en dat wel degelijk eisen
gesteld mogen worden. Nu er echter een correctie op het voorstel is
gekomen, wil hij laten uitkomen het jammer te vinden dat dit zo
ongekookt ter tafel komt. Hier is een totaal andere visie op het voor -
stel gegeven en spreker kan niet aan de indruk ontkomen dat het voor
stel minder goed - hij wil niet zeggen slecht - voorbereid is. Hij
kon zich met de oorspronkelijke tekst van artikel 2 verenigen n. 1.
"dat alle dragende delen van het gebouw, alsook de wanden, vloe
ren en plafonds van in het gebouw aanwezige woon- en/of slaapver
trekken moeten van een brandwerende constructie zijn".
Nu dit er uit gelaten wordt en gezien de toelichting, die er wordt
gegeven vraagt hij zich af, of, nu de deuren 20 minuten brandwerend
moeten zijn, men bij het binnenkomen van een logies - of hotelka
mer niet het idee krijgt dooreen deur van een brandkast te stappen.
Verder moeten de deuren zelfsluitend zijn, wat spreker betreft is het
misschien meer noodzakelijk dat ze zelfopenend zijn.
Spreker ontkomt niet aan de indruk dat er een slechte voorbereiding
is geweest.
De nieuwe artikelen zijn zo rekbaar. Dit is verbazend jammer, want
de brandveiligheid is toch zo belangrijk. Alles wordt op de deuren
afgestemd. Wat betreft het materiaal zou er precies moeten worden
aangegeven, welk materiaal men bedoelt; dit moet asbest zijn en
dat moet beton zijn. Zoals het er nu ligt is er geen fatsoenlijk woord
van te zeggen. Spreker heeft daarom bezwaar tegen het aanvullend
voorstel.
De heer QUADEKKER heeft de aanvulling nog niet gelezen. Hij
heeft alleen gezien dat in punt d van de aanvulling is gesteld dat
artikel 13, artikel 11 had moeten zijn.
Wanneer hij echter kijkt naar artikel 1 lid 2 waar staat "het bepaal
de in het eerste lid is niet van toepassing, indien zich in het gebouw
minder dan zes slaapplaatsen voor niet tot het gezinvan de exploi
tant of diens vervanger behorende personen bevinden"vraagt hij
zich af, wat in juridische zin onder "gezin" wordt verstaan. Wan
neer iemand zes getrouwde kinderen heeft, horen die dan tot zijn
gezin of niet;horen ze wel tot het gezin, maar niet tot de inwonen-
den
In artikel 10 staat voorts dat overtreding wordt bestraft mettenhoog-
ste 300, - of hechtenis van ten hoogste twee maanden. Er staat
niet per keer.
Is dit ook in juridische zin normaal
In artikel 6 komt spreker tegen: "in gebouwen, waarin zich meer