409 12 AUGUSTUS 1964. Uitdrukkelijk wijst hij erop geen voorkeur te hebben voor een van beide mogelijkheden van het alternatief door hem gesteld, hij zou alleen graag een duidelijke uitspraak willen. Op zichzelf lijkt het spreker een luttel probleem, hoewel hij overigens naar zijn gevoe len toch nog verder zou kunnen gaan. Zo zou hij kunnen formule ren, dat goederen of geld uit de openbare middelen aan schoolbe sturen voor aankoop van goederen ex artikel 72 verstrekt diligent beheerd behoren te worden en dat zij van het moment van de ver strekking af onder de normale exploitatie ressorteren. Bij nalatig heid in voorzieningen van het normale beheer zou dan te allen tij de een beroep op artikel 72 zijns inziens dienen te worden afge wezen. Wethouder BASTIAENSEN beaamt, dat in de afdeling hierover van gedachten is gewisseld. Toen was de vraagstelling van de heer Van der Werff echter anders gericht en wel of burgemeester en wethouders niet zouden kunnen bevorderen dat er voor deze groep van schoolbesturen een verzekering zou worden afgesloten. Hierop heeft spreker geantwoord dat de schoolbesturen daar niet toe kunnen worden verplicht. Zij zijn volkomen autonoom. Een mo gelijkheid zou zijn om als gemeente alles te gaan verzekeren. Een overheidsorgaan beperkt zich echter in zijn verzekeringen, het kijkt uit hoe de verhouding is van de te betalen premie en het risico dat wordt gelopen. Dit is de reden waarom de gemeente dergelijke za - ken niet verzekert. Wat de tweede vraag betreft of terecht kan worden gesproken van toepassen van artikel 72 zegt spreker.dat deze vraag op grond van de jurisprudentie bevestigend moet worden beantwoord. Het is na melijk geen slijtage vanwege ouderdom of wat dan ook. Er is een totaal andere reden en daarom moet artikel 72 worden toegepast. De VOORZITTER zegt, dat als iets moedwillig wordt vernield ook artikel 72 van toepassing is. Wethouder BASTIAENSEN bevestigt dit en zegt dat daar een voorbeeld van is. De heer VAN DER WERFF heeft het gefrappeerd dat in punt 4 uit drukkelijk wordt gezegd "buiten toedoen van het schoolbestuur". Hij kan daar volkomen mee instemmen. Het gaat hem ook niet om een voorkeur voor een van beide systemen, het gaat hem om het gestelde in artikel 72 dat geldt voor bijzondere scholen. In een dergelijk geval moet dit ook gelden voor openbare scholen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 27. SUBSIDIE BIJZONDERE DAGSCHOLEN VOOR HET V.H.M.O. 28. SUBSIDIERING VAN KLASSE-ASSISTENTEN VOOR BUITENGE WOON LAGER- EN KLEUTERONDERWIJS.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 409