416 12 AUGUSTUS 1964. nen Hij gelooft niet dat het ten principale zo enorm veel verschil uit- :en, maakt, welke wijze men accepteert. .te- Wat betreft de vraag of de vestiaire-gelden niet tweemaal waren el- meegerekend, kan spreker antwoorden, dat dit beslist niet is ge- i 2. beurd. Hij heeft dit geverifieerd op de culturele en de financiële lijk afdeling ter secretarie. Er zijn dus niet tweemaal dezelfde bedra- us- gen opgebracht, den De heer ZIJTREGTOP zegt dat dit niet als zodanig in de stukken ni- staat. ;h- een Wethouder BASTIAENSEN zegt dat het niet als zodanig in de uw- stukken staat, maar dat hij het speciaal heeft laten nagaan naar iw- aanleiding van opmerkingen, die hem reeds eerder bereikten. Bij zijn beschouwing over de cultuurnota is de heer Van der Werff :ns, naar spreker's mening wel builende orde gegaan. Zijn beschouwing er- acht hij goed voorde algemene beschouwingen bij de begrotings- Dit behandeling. Spreker heeft er echter geen bezwaar tegen er hier en daar toch op in te gaan, hoewel het geen punt is dat ter tafel is komt, noch in de afdeling werd besproken. re- De cultuurnota laat inderdaad nog op zich wachten. Er zijn mo dal menteel nog steeds veel aspecten, die in beschouwing moeten wor- ien den genomen. Een nieuw probleem is bijvoorbeeld het bibliotheek- Als probleem, dat eerstdaags ter tafel komt en dat vooreen belangrijk or- deel tot de cultuurnota behoort. Het is bekend, dat er nog andere onderwerpen zijn, die in dit vlak liggen en waarbij het beleid zich nog ontwikkelt. Hierbij moet nog worden gelet op de ontwikkeling, e- die gaande is en waarbij men dezerzijds erg voorzichtig moet zijn de zich reeds te gaan binden aan beschouwingen, die wellicht over an- een jaar of een half jaar geheel anders zouden moeten gaan lui- et- den. Op dit gebied zal dus niet op korte termijn een notaverschij- )u- nen. l er De heer Van der Werff heeft ook gezegd - en dit speciaal wat be- ni- treft nr. 33 - dat hij door het voorstel is overvallen. Nu is het zo dat destijds met het voorstel om te komen tot een verbetering van en. de stadsschouwburg een fors krediet van 3 ton moest worden gevo- er teerd. Dit ging allereerst om de grootste grieven en klachten van en. het publiek op te vangen. Speciaal naar de zaal gingen de groot- de ste klachten uit. Dat nam niet weg, dat toentertijd reeds bij de is, voorbereiding van de plannen tot verbetering ook over andere on derwerpen, andere delenvande schouwburg is gedacht en zoals dat gaat, wanneer men plannen op gaat zetten, dan doet men dat zo :e- goed mogelijk. Taak van burgemeester en wethouders is om daar- jf- bij te zien in hoeverre het budgettair-financieel mogelijk is, de rie plannen uit te voeren. Bij het eerste voorstel van 3 ton is het col lar lege er onmiddellijk op bedacht geweest de voorzieningen te be perken tot de meest dringende en alles wat daarbuiten kon vallen, rat werd er voorlopig buiten gehouden. Tijdens het gebruik van het ile gebouw doet men ervaring op. Deze leidde er toe, dat eerst een -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 416