16 SEPTEMBER 1964. 452 In dit opzicht is spreker het volkomen eens met mevrouw De Bonte over de rommel, die er altijd is, als er een grote groepvan de jeugd daar aanwezig is. Spreker hoopt dat de raad zich niet in een avontuur begeeft. Er wordt een artikel gekocht voordat men het heeft gezien. Die kans is er pas volgende week. Als het dan slaagt zou men kunnen zeg gen dat er weer een mogelijkheid bij is voor goede vrije tijdsbeste ding. De heer KROON merkt op dat het Zuidelijk Toneel nog al eens een zorgenkind is geweest als het ging over subsidie. Nu heeft dat Zuidelijk Toneel naar sprekers gedachte een dochtertje gebaard en de raad wordt uitgenodigd om bij deze geboorte een cadeautje aan te bieden in de vorm van 6. 300, -- subsidie, om het kindje aar dig te doen opgroeien. Spreker heeft persoonlijk nog al enkele be zwaren tegen het voorliggende voorstel. In de eerste plaats is dit bezwaar van formele aard. In het preadvies is vermeld dat deze 6. 300, -- geput kan worden uit de stelpost van 300. 000, -- voor schouwburgactiviteiten van de begroting 1965. Maar de begroting voor 1965 ligt nu bij spreker op tafel, hij heeft deze nog niet eens ingezien. Spreker neemt aan dat bedoelde post er in voorkomt, maar deze is nog niet goedgekeurd. Dit is inderdaad een formele kwestie, maar het is een reëel bezwaar en spreker is geneigd te zeggen:wacht met dit stuk tot de begrotings behandeling. Ook heeft spreker bezwaar tegen doublures. Het zal burgemees ter en wethouders toch wel bekend zijn dat er een landelijke stich ting bestaat, geheten WIKOR, die een zeergrote activiteit ontplooit, Er zijn zeker al een tweetal scholen die zowel van deze stichting als van de stichting schoolconcerten gebruik maken. De mogelijkheid van doublures is dan ook zeker niet uitgesloten, en spreker meent dan ook dat er heus op dit moment geen behoefte bestaat aan de stichting Proloog. Het enige wat er overblijft zou het tweede on derdeel zijn van haar werkzaamheden, n. 1. het brengen van volwas senenvoorstellingen in die plaatsen, waar de grote toneelgezelschap pen e. d. niet kunnen spelen. Wat dat betreft zou spreker nog wel eens met de wethouder van gedachten willen wisselen omdat moge lijk het Zuidelijk Toneel wel eens wat meer zou kunnen doen. Daar over is in het verleden ook al eens van gedachten gewisseld, maar dat is een zaak op zich. Tegen het voorstel heeft spreker nog al wat bezwaren. Wethouder BASTIAENSEN meent dat de bezwaren, die ten aan- zienvan hetvoorstel naar voren zijn gebracht, in twee soorten kun nen worden gesplitst: Enerzijds vindt men het een bijzonder hoog waardig streven, maar men vreest dat het voorstel, zoals het hier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 452