16 SEPTEMBER 1964.
454
nen door het Zuidelijk Toneel, van jonge mensen, die tot taak zouden
dit hebben enerzijds het toneel te brengen op die plaatsen, waar het
g is in Brabant nog niet gebracht kon worden - dus daar waar men geen
;ti- accommodatie heeft om groot toneel te krijgen - maar ook om in
di- ieder geval door beroepsspelers en anderszins de jeugd te benade-
pe- renen deze fragmenten van toneelstukken te geven met daarbij uit-
gen leg en instructie.
;rRi Bovendien om via de scholen, de lagere, en in ieder geval ook de
;rk° v. h. m. o. -scholen instructie te geven en lessen te geven met be-
jaaj trekking tot toneel en wat daarmede samenhangt; niet alleen van
ing toneel spelen, maar ook iets van de techniek, van de decors envan
ge„ het opbouwen van een toneel enz.
gen
:ker Toen dit aan het overleg ter beoordeling werd voorgelegd was
re_ er wel weinig tijd. Enige tijd vooraf is toch wel nodig om alles te
kunnen beoordelen.
Een andere moeilijkheid was deze: dat het brengen van toneel in
ar. de kleinere plaatsen zeker een taak was, die moest worden ver-
ge„ vuld, maar waarvan men niet zou kunnen zeggen.dat de bijdrage
van daarin zou moeten komen van de vier grote steden. Daarvoor zou
i05_o men bij de kleinere gemeenten moeten zijn. De ervaring leert wel,
dat verzoeken van dien aard praktisch geen resultaat opleveren, en
^an mocht er al enig resultaat zijn, dan staat dit niet in verhouding tot
(jgj de kosten, die er aan ten laste moeten worden gelegd.
iaar j
oe- Er is onzerzijds voorgesteld dat in ieder geval ten aanzien van
,en dit onderdeel van de taak de provincie de lasten op zich zou ne-
no_' men. Daarbij speelde vooral de gedachte dat het principieel juis-
iUï- ter zou zijn indien de provincie een groter aandeel draagt in de
kosten der cultuur. Uiteraard hebben provincie en grote steden te -
ncje zamen een belangrijke taak op dit gebied, maar het is toch ook
,or- wel zo, dat de provincie voor een belangrijk deel verantwoorde-
ge- lijk moet worden gesteld en dienovereenkomstig zijn aandeel moet
het dragen in de kosten.
Dank zij het gepleegde overleg en de taaie volharding, waar-
mede dit standpunt is verdedigd, is bereikt dat door gedeputeerde
staten zal worden voorgesteld om deze taak te subsidiëren tot een
het bijdrage van 35. 000,--.
ge-
len> Rest nog het benaderen van de jeugd. Het betreft hier inderdaad
rut- ook de werkende jeugd, niet alleen de schooljeugd. Spreker ziet
het dit, wat Breda betreft, in het benaderen van de Mater Amabilis-
;ej- scholen en de levensscholen, die de niet meer leerplichtige jeugd
om vertegenwoordigen. Alvorens een standpunt aan het subsidiënten-
overleg kenbaar te maken hebben burgemeester en wethouders over-
nen leg gepleegd met de onderwijswereld. Er is een vergadering belegd
we van verschillende overkoepelende organisaties van het onderwijs in
,mcj Breda. Daarbij waren ook aanwezig het Pedagogisch Centrum, de