457 16 SEPTEMBER 1964. Tenslotte is er nog de opmerking gemaakt, dat de gemeente de handen vrij moet hebben indien mocht blijken dat de activi teiten zwaar zouden tegenvallen. Dit is een van de voorwaarden geweest, die in het subsidiënten- overleg is gesteld. Indien dus blijkt dat men het werk niet aan kan en er ook geen kans is dat dit op korte termijn wel is te verwach ten dan zal inderdaad worden gezegd: het is een eenmalige zaak geweest en daarmee uit. Spreker moet hieraan onmiddellijk toe voegen dat dit een slag om de arm is. Het is met alles en zeker op dit gebied, zo dat enige tijd van experimenteren en aanloop nodig is. De heer Kramer heeft gesproken over navraag bij de scholen; het ligt inderdaad in de bedoeling tijdens en na het seizoen te vragen waar er activiteiten hebben plaats gehad en wat de erva ringen zijn. Dan is er nog een opmerking gemaakt, die spreker niet pret tig in de oren heeft geklonken. Men heeft in verband met uitvoe ringen van het Pedagogisch Centrum n. 1. letterlijk over een aan blik van rommel gesproken. Als men dit zo zegt blijkt men in het geheel niet op de hoogte te zijn. Als er zich iets heeft voorgedaan is dit wel een jaar of drie geleden; het kan dan nog wel eens zijn dat er een voorstelling is, die minder ordelijk verloopt, maar bij elke voorstelling van het Pedagogisch Centrum wordt in opdracht van burgemeester en wethouders gecontroleerd hoe de gang van zaken is geweest. Er wordt op gelet of er voldoende toezicht is geweest en of men met belangstelling heeft geluisterd naar het geen er ten tonele is gebracht. Voorzover er al eens een opmer king is gemaakt is dit onmiddellijk met de leidingvan het Peda gogisch Centrum opgenomen. Er zijn de laatste tijd echt geen klachten gehoord, tenzij een kleinigheid, maar het is jeugd en het zou verwonderlijk zijn als onze jeugd nu plotseling zo vreselijk braaf zou zijn. Maar dat er sprake moet zijn van "rommel" moet spreker beslist ontkennen. De heer VAN DERWERFF heeft in eerste instantie geen opmer kingen gemaakt omdat de door andere leden gestelde vragen ook bij hem waren opgekomen en het geen zin had een doublure te geven. De antwoorden van de wethouder geven spreker toch gele genheid tot een paar kanttekeningen en opmerkingen. Allereerst een punt, waarvoor de wethouder kennelijk enige schroom opbrengt. Hij wil de financiële aspecten in het oog houden, maar hij schaamt zich er een beetje voor. Spreker wil namens zijn fractie verzeke ren dat hij dit bijzonder nuttig vindt en hij heeft er in de verga dering van de afdeling ook op aangedrongen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 457