16 SEPTEMBER 1964.
464
dus 78 ha. is. Als spreker het goed heeft begrepen is dit een voor
ziening, die is geprojecteerd op de eerstvolgende 13 jaar, dus tot
1977. Spreker meent dat ook met deze 13 jaar rekening houdend
de prijzen zijn vastgesteld van 24,75 en 13,10 per m2.
Spreker wil in de eerste plaats gaarne vernemen voor hoe lang
deze prijzen zullen gelden.
In de tweede plaats: ten aanzien van de uitgifte van de indu
strieterreinen zijn er drie mogelijkheden. Ofwel deze voltrekt zich
in de voorziene 13 jaar, dat is 6 ha. per jaar, ofwel het voltrekt
zich sneller in kortere tijd of het voltrekt zich in een langzamer
tempo. In het eerste geval, alle andere omstandigheden gelijk
blijvende, zou men dus voor die 13 jaar kunnen rekenen op de
24,75 en 13,10. Indien het sneller gaat en alle andere om
standigheden blijven gelijk moet spreker wel aannemen dat de
prijzen lager worden.
Indien het langer zal duren veronderstelt spreker dat de prijs hoger
wordt.
Een andere vraag is deze: als de nu voorgestelde prijzen geen
vaste prijzen zijn, maar prijzen, die door welke omstandigheden
dan ook aan wijziging onderhevig zijn, lijkt het moeilijk voor de
B. R. I. M. om over deze gronden met eventuele gegadigden te on
derhandelen. De praktijk leert wel dat, wanneer men een onder
handeling over een industrieel project begint, het meestal wel een
hele tijd duurt voordat men tot de afsluiting van een koop- enver-
koopcontract overgaat. Het zou er wel eens op neer kunnen komen
dat de prijzen eventueel veranderd zijn als de handtekeningen ge
zet moeten worden. Spreker vraagt daarom of het wellicht ver
standig zou zijn om een zekere hoeveelheid grond onmiddellijk
aan de BRIM over te dragen tegen de vastgestelde prijs, die er nu
is, opdat de BRIM die onderhandelingen met eventuele gegadigden
met meer vrucht en zonder ijltempo kan voeren.
Wethouder VERMEULEN is zeer erkentelijk voorde mededeling
van de heer Gielen dat de fractie, die hij vertegenwoordigt, volle
dig achter het voorstel staat.
Spreker is gaarne bereid enkele nadere toelichtingen te geven op
de gestelde vragen.
Bij de opzet van deze begroting is inderdaad rekening gehou
den met een uitgifte termijn van 13 jaar, waarbij dus 13 jaar ren
teverlies is ingecalculeerd.
De opbrengst zal dus uiteindelijk het in de bijlage genoemde be
drag van 34. 316.500, -- moeten zijn. Daarnaast zijn de werke
lijke opbrengsten opgenomen, uitgesplitst over de afzonderlijke
jaren. Naarmate de grond vroeger wordt uitgegeven is er een groter
verschil tussen de laatste kolom en die, welke daaraan voorafgaat.