465 16 SEPTEMBER 1964. Dit betekent dat de kostprijs, die op dit moment is berekend, niet is de prijs van bouwrijpmaken, grondverwerving plus een rente last van 13 jaar, maar dat betekent dat de kostprijs eigenlijk de ene laatste kolom is, waarbij men dus evengoed berekent naar het betreffende jaar, waarin de grond moet worden uitgegeven. Spreker gelooft dan ook dat er een iets andere opzet is als in de vraagstelling werd verondersteld en waarbij is gedacht dat voor de volle 13 jaar over de op dit moment aanwezige grond de ren telast in de verkoopprijs van nu zou zijn doorberekend. Dat is dus niet het geval. De rentelast is dus doorberekend op het schema van uitgifte van de op dit moment voorradige grond. Die opzet bevat natuur lijk nog een groot aantal onzekerheden. Er moet op worden gere kend dat de grond inderdaad in deze periode zal worden uitgege ven, er zijn nog geen kosten van verwerving bekend en al even min de kosten van bouwrijpmaken. Deze kosten hebben in het al gemeen niet de neiging te dalen, maar wel om te stijgen. Daarom is er ook in dit geval een grondpool, zoals deze ook voor de voor woningbouw etc. bestemde gronden wordt gehanteerd. De prijs wordt eens per jaar herzien. Telkens kunnen dan tegenvallers, alsmede loonverhogiegen en prijsstijgingen worden medegenomen. Als deze methode niet werd gevolgd zou het einde de lasten moe ten dragen, waarbij er tenslotte een onoverzienbaar tekort zou ontstaan. Qua methode, zeker gezien als grondexploitatie door het grond bedrijf, kan men dit niet missen. Gedeputeerde staten onthouden goedkeuring aan kredieten voor bouwrijpmaken, zolang geen exploitatie-opzet is ingediend. Dit is dan ook weer een stimulans geweest om deze exploitatie te gaan opzetten. Als het uitgiftetempo van de grond wordt vertraagd wordt het schema dus inderdaad verlengd. De rentelast wordt dan uiteraard groter en als gevolg daarvan zullende grondprijzen stijgen. Als er uit andere hoofde een kostendaling zou optreden, maar dat lijkt vrij onwaarschijnlijk, is compensatie mogelijk. In het algemeen kan wel gesteld worden: als het tempo lang zamer wordt zullen de prijzen stijgen en als de verkoop sneller gaat zal dat tot gevolg hebben dat de prijzen dalen. Spreker is overtuigd van de moeilijkheden, die regelmatige prijs herzieningen in concrete situaties op kunnen roepen. Maar deze moeilijkheid ontstaat in een andere fase, waarover nu niet be hoeft te worden besloten. In het kader van de BRIM zijn er toch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 465