467
16 SEPTEMBER 1964.
dat het college van burgemeester en wethouders toch wel enige
moeite zou hebben om ook dit jaar weer de touwtjes aan elkaar
te knopen. Verwacht werd dat ook het rode potlood wel zou wor
den gebruikt om hier en daar een streepje door te halen. Vandaar
dat er naast waardering voor het werk, dat de Kema verricht, ook
waardering was voor burgemeester en wethouders, die niet ten vol
le aan het verzoek van de Kema wilden voldoen, maar het subsi
die wilden beperken tot f 5000,-- per jaar en een en ander van
jaar tot jaar te bezien. Toch is toen ook wel de vraag gerezen of
het niet mogelijk ware geweest dit voorstel te bewaren tot de be
handeling van de begroting.
Vandaag is het boek van de begroting op een kier opengegaan
en daarbij wordt wel bevestigd dat het inderdaad niet eenvoudig
is de zaak sluitend te krijgen. Men kan daarom de vraag stellen
of het niet beter ware geweest het bedrag van 5000,-- te be
zien in het licht van alle andere, mogelijk ook belangrijke za
ken. Misschien zou dan kunnen blijken dat, wanneer men de ur
gentie en de belangrijkheid van verschillende zaken naast elkaar
zou stellen, men tot de conclusie zou komen dat men dan niet
moet overgaan tot een subsidie van f 5000, -- maar misschien tot
een lager of tot in het geheel geen subsidie.
Spreker vraagt daarom of het niet mogelijk is deze zaak tot de
behandeling van de begroting aan te houden.
Wethouder MEIJS, erkent dat het voorstel ter tafel komt met
de begrotingsbehandeling in zicht. Vanzelfsprekend is het voorlig
gende voorstel in het kader van deze begroting bezien. Het rode
potlood is dan ook al gehanteerd.
Het is zelfs al in belangrijke mate gehanteerd, zoals bij de bestu
dering van de ontwerp-begroting wel zal blijken.
Dat dit subsidie nu al aan de orde is gesteld vindt zijn oorzaak
in het feit dat de Kema zich met betrekking tot zijn activiteiten
tijdig moet baseren op de mogelijkheden die er zijn, en maat
regelen dient te nemen om in het nieuwe jaar zijn werkzaamheden
te kunnen voortzetten, zoals dit in het verleden steeds is gebeurd.
Wanneer er nu wordt gesproken van urgentie dan is het vanzelf
sprekend dat daarop steeds wordt gelet. Als men met de werkzaam
heden van de Kema op de hoogte is, zoals spreker uit persoonlij
ke bezoeken ter plaatse, dan komt men wel tot de conclusie dat
het hier een zaak van grote urgentie betreft. Een zaak die de aan
dacht verdient, en ook heeft, van alle gemeentebesturen. Bij ver
gelijking met de grote gemeenten in het zuiden blijkt dat de an
deren wel twee of drie maal zoveel subsidie geven als Breda.