473 16 SEPTEMBER 1964. Spreker kan tot zijn spijt niet de tarieven van Tilburg en Den Bosch mededelen- Spreker weet wel dat Tilburg een lager tarief heeft; daar wordt het water door een afzonderlijke N. V-geleverd, die ook nog een ruim dividend uitkeert. Men werkt bovendien met afgeschreven activa. Eindhoven heeft of wel de tarieven onlangs sterk verhoogd of is van plan dit te doen. Naar de tarieven in andere gemeenten is geen onderzoek inge steld omdat de voorgestelde tariefsverhoging meer verband houdt met de toevallige omstandigheid dat de waterleidingmaatschappij haar tarieven ook heeft verhoogd en dat er bezwaarlijk twee soor ten tarieven in Breda zouden kunnen gelden. Het alternatief zou zijn de terugkeer naar de oude situatie, waarbij de gemeente een compensatie voor de tarievenegalisatie aan de waterleidingmaat schappij moet betalen. Daar zou dan weer een bedrag voor moe ten worden uitgetrokken, terwijl deze regeling ook nog veel werk veroorzaakt. Het is in geen geval zo dat de gemeente verplicht is de water leidingmaatschappij te volgen. Practisch komt het hier wel op neer, maar de keuze is vrijwillig en gebaseerd op de gestegen loonkos ten en op het voorkomen van gedifferentieerde tarieven inde stad. De gemeente kan op ieder moment van deze koppeling af, maar voorshands acht spreker daartoe geen redenen aanwezig. Iets anders zou zijn te trachten de watervoorziening voor het Bredase grond gebied in eigen hand te krijgen. Het is de raad bekend dat in het verleden diverse pogingen van een dergelijke strekking zijn ge daan. Dit is tot dusverre op niets uitgelopen omdat de waterlei dingmaatschappij ruiterlijk heeft erkend dat het gebied van Breda de kurk is, waarop de exploitatie drijft. Toch zijn burgemeester en wethouders nog doende met pogin gen om een meer bevredigende regeling te treffen en daarom zijn er nog steeds besprekingen gaande met ae waterleidingmaatschap pij om te komen tot een gezamenlijke productiemaatschappij met afzonderlijke distributiegebieden, waarbij Breda gaarne het eigen grondgebied als distributiegebied zou willen hebben. Het contract met de waterleidingmaatschappij eindigt over een aantal jaren, maar het is niet zo, dat de gemeente zich daarvan zonder meer kan bevrijden. Er is daartoe n. 1. een besluit nodig van alle betrokken gemeente besturen, maar dat is beslist niet te verwachten. Uitstel tot aan de begrotingsbehandeling is niet mogelijk van wege de reeds in 1964 opgetreden lastenstijgingen. De tariefverhoging van de waterleidingmaatschappij heeft niet tot bezwaren bij de Minister van Economische Zaken geleid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 473