477 16 SEPTEMBER 1964. Dit voorstel bestaat uit twee gedeelten: n„l. de opdracht tot het uitvoeren van een structuuronderzoek en enige meer gedetail leerde onderzoeken. Ten aanzien van het eerste gedeelte gaat spreker's fractie volko men akkoord. Bij het andere onderdeel is echter de vraag gerezen of het niet mo gelijk is de sinds kort in dienst genomen organisatieadviseur daar in meerdere mate, dan wel uitsluitend, mede te belasten, zodat het mogelijk zpuworden een bedragvan 30.000, -- te besparen. Het voorstel van spreker's ftactie was dan ook de 30, 000, -- tot een lager bedrag terug te brengen. Mocht later toch meer extern werk nodig zijn dan kunnen eventueel alsnog verdere kredieten ge geven worden. De heer VAN DER WERFF acht het eveneens een daad van wijs beleid een van de grootste organisaties in de gemeente, die van. openbare werken, gelet op de groei in de loop der jaren, te doen analyseren. Spreker's fractie zal gaarne instemmen met de ge vraagde kredieten. De resultaten van het rapport waren wel ter vertrouwelijke kennisneming aan de raad te verstrekken. Spreker had n. 1. de indruk dat deze misschien uitsluitend voor intern ge bruik zouden dienen, maar hij zou het erg op prijs stellen de re sultaten summier te kunnen overzien. Wethouder VERMEULEN heeft nota genomen van de akkoord verklaring van de heer Zijtregtop met het onder a gestelde onder zoek en met diens vraag ten aanzien van het sub b bedoelde on derzoek. Aanvankelijk zou het voorstel van burgemeester en wethouders aan de raad anders hebben geluid dan het nu is geformuleerd. Het is aanvankelijk de bedoeling geweest het krediet in een bedrag te vragen, waarbij dus het onderscheid tussen a en b niet aanwezig zou zijn geweest. Burgemeester en wethouders waren evenwel uit drukkelijk van oordeel dat er een grens moet zijn omdat eerst in overleg met de organisatiedeskundige de resultaten moeten worden beoordeeld van het structuuronderzoek. Aan de hand van de re sultaten daarvan moet worden vastgesteld voor welke taken van de dienst een detailonderzoek al dan niet gewenst is. Het inschakelen van de organisatiedeskundige, ook als uitvoerend organisatiebureau voor deze onderzoekingen, zou op dit moment bijzonder prematuur zijn. Men moet zich voorstellen dat deze functionaris nog maarnauwe- lijks bij de gemeente in dienst is en dat hij van het bedrijfsleven in een organisatiestructuur als die van de gemeente komt met al zijn diensten, bedrijven, en secretarie-afdelingen. Het vergt be slist wel enige tijd voordat men van een dergelijk man op een enigszins gemotiveerde wijze kan verlangen dat hij zich met de tailonderzoekingen gaat bezighouden, terwijl hij eigenlijk de ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 477