499 14 OKTOBER 1964. woners van dergelijke grotere panden om zodoende de gewenste opschuiving in de hand te werken. Vanzelfsprekend kan dit alleen op basis van vrijwilligheid gebeuren. VRAAG. De heer Van Gastel vestigt de aandacht op de slechte onder- houdstoestand van het voormalige brandweerhuisje aan de Nieuwe Huizen no. 49; hij verzoekt de nodige maatregelen tot verbetering te treffen. ANTWOORD. Aan bovengenoemd brandweerhuisje zijn inmiddels de nodige herstellingen verricht. VRAAG. De heer VAN DER WERFF zegt het volgende: Een van de beide lokale dagbladen wist ons gisteren al te vertellen wat de raadsleden vandaag hadden moeten vragen. Ik wilde daar niet op ingaan, maar wel informaties vragen in verband met depu- blikatie in het andere lokale blad d.d. 20 augustus 1964 betreffende centrale antennes: ais het mogelijk de centrale antennes zo te bouwen dat de aange sloten t. v. bezitter zelf kan bepalen welke zenders, die zich bevinden ineen radius van een kleine 300 km hi j wil ontvangen. De antenne zou dus gelijktijdig op alle richtingen van de wind roos moeten zijn gericht; b. zijn burgemeester en wethouders van oordeel dat de bewoners van gemeentewoningen met verplichte centrale antenne, waar bij zich geen andere staketsels op de daken mogen bevinden, evenveel ontvangstmogelijkheden dienen te hebben als elke an dere bewoner van Breda; c. zo ja, willen burgemeester en wethouders de mogelijkheid sub a, indien bestaande, bevorderen; d. in verband met het in genoemd artikel herhaald vallen van het woord "illegaal" - zelfs op dit moment nog wat prematuur - wil ik een opmerking van wijder strekking maken: realiseert men zich dat de situatie van het Nederlandse volk in 1940 - 1945 veel troostelozer zou zijn geweest als iedere Neder lander slechts op radiodistributie met voorgeschreven kanalen aangesloten zou zijn geweest ANTWOORD. Het is mogelijk de centrale antenne zö te bouwen.dat de ont vangst van de zenders, welke ieder individueel ter plaatse rede-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 499