14 OKTOBER 1964. 502 Van bepaalde zijde is gesteld, dat men het prettig vond, dat deze mededeling in het voorstel stond. De voorzitter van die afdeling heeft toen gezegd.dat het hier om twee verschillende zaken gaat, n. 1. een zaak tussen huurder en verhuurder en een publiekrechte lijke zaak. De gemeente heeft n. 1. tot taak erop toe te zien, dat woningen, die niet aan gestelde eisen voldoen, daaraan zo spoe dig mogelijk wel voldoen. Als de raad geen behoefte heeft aan dit deel van het pre-advies, is spreker gaarne bereid het te laten vervallen, De heer BARIJ zegt daarvóór te zijn, omdat op deze manier bij de eigenaar de indruk gewekt zou worden, dat herstel op zijn kos ten afhankelijk is van het feit dat er huurachterstand is. Wethouder VERMEULEN zegt het hiermede volledig eens te zijn. De heer VAN CAULIL zegt, dat hij het was, die inde afdelings vergadering gezegd heeft, dat hij blij was met deze zinsnede. Hij is er nog blij mee, omdat naast het officiële, het menselijke bij hem ook een rol speelt. Hij vindt, dat er iets scheef zit wanneer iemand meteen grote huurachterstand steeds maar kan dwingen om verbeteringen aan de woning aan te brengen. Als burgemeester en wethouders zeggen, dat ze zich bij het officiële houden, omdat ze eigenlijk niet anders kunnen dan wil hij hen daarin wel volgen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 8. HET AANBRENGEN VAN EEN AFSCHERMENDE BEPLANTING VOORDE PARKEERHAVENS AAN DE GRAAF HENDRIK III-LAAN. De heer BA YENS zegt het met het voorstel eens te zijn, doch hij wil er zijn verwondering over uitspreken, dat hem, naar aan leiding van eendoor hem in devergaderingvan mei gestelde vraag of de afscheidingslijnen loodrecht of schuin op de as van de weg zouden komen te staan, door degene die de maatregel mede moest treffen werd geantwoord dat hij het niet wist. Hij vindt het toch wel een beetje raar, dat degene, die de offerte gemaakt heeft, een dergelijk antwoord geeft. In het voorstel staat, dat het onrustige gezicht op de geparkeerd staande auto's, alsmede de spiegeling en de lichtweerkaatsing in de autoruiten door het aanbrengen van de beplanting zeer mini maal wordt. Spreker gelooft niet, dat door het aanbrengen van een beplanting het onrustige gezicht van de geparkeerde auto's verdwijnt. Wethouder VERMEULEN zegt dat hij moeilijk kan ingaan op het eerste deel van de vraag, omdat dit, naar hij begrepen heeft, buiten hem om met iemand anders besproken is. De strepen komen loodrecht op de wegas en niet schuin. Dit vindt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 502