14 OKTOBER 1964.
510
zou wel graag nader ingelicht worden omtrent de vraag wat van
zo'n functionaris verwacht wordt, omdat naar aanleiding van de
taakomschrijving een van haar fractiegenoten opmerkte, dat dit
wel haast een schaap met vijf poten moet zijn. Verder vraagt zij
of het college van mening is dat voor deze fanctie wel een der
mate deskundig iemand gevonden kan worden om dit moeilijke
en veel omvattende werk naar behoren te verrichten.
Haar fractie zal via de afdeling gaarne op de hoogtegesteld wor
den van de vorderingen en resultaten van het bejaardenwerk.
Wethouder VAN BOXTEL antwoordt de heer Van Casteren, dat
de stichting nog steeds in oprichting is. Het wachten is nog op de
notaris om de akte te passeren. Dit staat echter niet in de weg aan
een voortvarend doorwerken, zoals de heer Van Casteren zal ge
constateerd hebben.
Aan het adres van mevrouw de Bonte zegt spreker, dat de taak
stelling, die in het stuk is opgenomen, gezien moet worden als
een optimale benadering.
Men mag niet verwachten, dat in de praktijk alles even vlot zal
verlopen.
Niettemin, zegt spreker, staat het college duidelijk voor ogen waar
de betrokken persoon, hetzij mannelijk hetzij vrouwelijk, zijn
taak zal moeten vinden.
Dit zal voor een groot deel van de omstandigheden en het uitval
len van contacten afhangen. Het bestuur zal in deze wel indice
rend optreden. Spreker gelooft, dat men er niet bevreesd voor be
hoeft te zijn, dat het college een schaap met vijf poten zoekt. Er
wordt duidelijk gezocht in de richting van gekwalificeerd maat
schappelijk werk en op dit terrein liggen wel mogelijkheden.
Spreker wil gaarne voldoen aan het verzoek van mevrouw de Bonte
om via de afdeling toelichting te verstrekken op het verloop van
deze zaak.
Met de heer Van Casteren is spreker het eens, dat het mededelin
genblad de plaats moet krijgen, die het in het voorstel heeftn.l.
de op een na laatste.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
17a. HET DOEN AANBRENGEN VAN VOORZIENINGEN IN HET
WOONWAGENCENTRUM BREDA.
17b. AANVULLEND VOORSTEL TOT HET DOEN AANBRENGEN
VAN VOORZIENINGEN IN HET WOONWAGENCENTRUM
BREDA.
De heer MELZERzegt tegen beide voorstellen financiële en te
gen voorstel b principiële bezwaren te hebben. Er is een woon
wagencentrum in onze centrum-gemeente, die helaas als zoda
nig niet door het gemeentefonds wordt erkend en dat noopt aldus
spreker, tot een bijzonder omzichtig beleid.