511 14 OKTOBER 1964. Er is een goed geoutilleerd kamp, waar plaats is voor 90 wagens. Nu wordt er voorgesteld het centrum uit te breiden, zodat er 30 wagens bij kunnen komen, als tenminste minimale voorzieningen worden getroffen. Spreker is er bangvoor.dat die 30 plaatsen spoe dig bezet zullen zijn, vooral nu er minimale voorzieningen getrof fen worden, terwijl de bewoners tevens zullen kunnen beschikken over verschillende voorzieningen in het centrale kamp. Op een ge geven dag zal er toch ingegrepen moeten worden. Spreker zou dat liever nu doen dan over een half jaar, temeer waar dan een hele boel geld gespaard wordt. De heer BARIJ zegt graag akkoord te willen gaan met uitbrei ding van het aantal staanplaatsen, omdat daaraan nog steeds een grote behoefte bestaat. Toch meent hij, dat er reden is om het be leid van het college ten deze eens na te gaan, omdat er naar zijn mening sedert december 1963 een volledige ommezwaai heeft plaatsgehad. Het woonwagencentrum wil thans de overtollige wagens langs de Driekoningenweg plaatsen en daarvoor moeten nu voorzieningen worden getroffen. Dit was naar spreker's mening beslist niet de be doeling toen in december 1963 besloten werd om het centrum af te sluiten, hetgeen de gemeente 41. 000, -- gekost heeft. In de december-vergadering werd van bepaalde zijde geattendeerd op de memorie van toelichting t. a. v. art. 31a van de wet op woon wagens, waarin de minister zei, dat het haar gewenst voorkwam, dat de gemeenten zonodig enkele eenvoudige voorzieningen zou den treffen voor een verblijf buiten het kamp. De wethouder heeft toen gezegd:" We hebben daarvoor geen terrein;we hebben de zaak ten principale uitgepraat en men moet dit bepaald niet doen.In tweede instantie heeft de wethouder gezegd:"Breda is vastbesloten het aantal van 90 wagens te handhaven.Dat zullende 21 gemeen ten merken, die geen regionale regeling hebben". Hierna werd toen besloten de afsluiting te maken 3. raison van 41. 000, --. Thans blijkt zegt spreker, dat er wel plaats is. Nu moet gedaan worden, wat in december 1963 bepaald niet gedaan moest worden en de 21 gemeenten zullen nu het tegenovergestelde merken van hetgeen de wethouder in december 1963 in het vooruitzicht heeft gesteld. Spreker meent, dat ten aanzien van dit voorstel, toch wel enige na dere verklaring dient te worden gegeven. De heer VAN GASTEL zegt, dat het voorstel onder punt 17b ook hem wel een beetje vreemd aan doet in deze zin, dat er tij delijk een woonwagenkamp bijgecreëerd wordt. Hij vindt dit jam mer, omdat er een nieuw voorontwerp van wet voor woonwagens is, dat onlangs de ministerraad is gepasseerd en dat nu bij de Raad van State is. In het eerste voorontwerp is aanvankelijk de moge lijkheid geopend om tijdelijke staanplaatsen bij te maken. In het huidige voorontwerp is dit het geval niet meer. De voorkeur gaat uit naar bestaande regionale kampen met zodanige ruimte, dat er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 511