513
14 OKTOBER 1964.
dat is niet waar. Gedeputeerde staten hebben het aantal staanplaat
sen gefixeerd op 90 en dat blij ft gehandhaafd op 90. Dat wil zeg
gen 90 plaatsen met de daarbij behorende accommodatie.
Om die situatie te redden en om niet een herhaling te krijgenvan
de vreselijke situatie van vorig jaar toen op het gebied van hygiëne
een onbeschrijfelijke toestand dreigde te ontstaan, heeft het college
gezegd, dat een uitwijkmogelijkheid geboden diende te worden.
In Den Haag staan jaarlijks zo'n 250 wagens in het hart van de stad
geconcentreerd en om dit te voorkomen, getuigt het, meent spre
ker, alleen maar van wijs beleid, dat het college gezegd heeft:
"Laten wij een reële uitwijkmogelijkheid bieden, die wellicht de
instemming van de betrokkenen zal kunnen verwerven". Dit laat
ste wordt door het college verwacht, doch als dat niet uitkomt kan
spreker het ook niet helpen.
Niet eens is spreker het met de heer Barij als deze zegt: "Dat heeft
onstochmaa^ 41.000, - gekost". Het heeft Breda geen 41.000,-
gekost. Er isweliswaar eenkrediet gevraagdvan 41.000, -, doch
dit krediet wordt verrekend in de huurprijs van het centrum en van
die huurprijs betaalt de gemeente Breda haar aandeel naar rato van
het aantal inwoners.
De heer BARIJ zegt bij interruptie, dat hij de weg bedoelt, die
geheel en uitsluitend voor rekening van Breda komt.
Wethouder VAN BOXTEL zegt, dat hij dan de heer Barij ver
keerd begrepen heeft.
Hij is het met hem eens, dat de weg geheel voor rekening van Breda
komt.
De heren Barij en Van Gastel hebben beiden de memorievan toe
lichting aangehaald en de heer Barij zegt, dat zonodig enkele een
voudige voorzieningen moeten worden getroffen. Spreker zegt, dat
het college met het voorstel slechts eenvoudige voorstellen preten
deert. Het is echt het minimum wat men deze mensen moet toe
kennen, om een redelijk vertoeven ter plaatse mogelijk temaken.
De 21 gemeenten waarop spreker vorig jaar gedoeld heeft, hebben
intussen de wijsheid opgebracht om zich ook aaneen te sluiten in
een gemeenschappelijke regeling tot stichting van een regionaal
centrum. De overtollige wagens op het kamp toelaten is niet ver
antwoord. Met 90 is het maximum bereikt en het maatschappelijk
werk ter plaatse ondervindt bijzonder grote hinder van een groter
aantal. Desondanks is men bereid het maatschappelijk werk uit te
breiden tot diegenen die buiten inde onmiddellijke nabijheid van
het kamp verblijven.
Spreker zegt haast te moeten vermoeden dat de heer Van Gastel
lid is van de Raad van State, omdat hij zo goed weet wat bij de
Raad van State ter tafel ligt. Spreker deelt overigens die weten
schap omdat er te Breda een gesprek met de minister heeft plaats
gehad over de woonwagens. Tengevolge van dat gesprek zijn er een
vrij groot aantal wijzigingen in het voorontwerp van wet aange-