515
14 OKTOBER 1964.
De heer MELZER zegt, dat zijn bezorgdheid er naar uit gaat,
dat het kamp met de voorgestelde accommodatie gauw gevuld zal
zijn, omdat er juist in de omgeving van Breda nog een teveel aan
wagens staat.
Spreker is het erover eens,dat men over een omzichtig beleidvan
mening kan verschillen. Er staat een post van 6. 000, - voor droog-
lijnapparatuur en nog eens 3.600, -- voor muntmeters. Hij weet
niet of muntmeters nu wel in het bijzonder aangewezen zijn voor
deze omgeving.
Wethouder VAN BOXTEL zegt, dat hij en de heer Barij van in
zicht blijven verschillen. Hij vindt het niet zo erg dat te moeten
constateren. Hij verschilt met de heer Barij van mening waar de
ze zegt:"Het kamp had niet dicht gehoeven als we deze voorzie
ningen eerder hadden getroffen".
Waar de heer Barij zijn uitspraken vanvorig jaar aanhaalt ziet hij
twee woorden over het hoofd n. 1. heel wat. Hij heeft n. 1. gezegd:
"Er zijn heel wat mensen".Dat zijn met alle woonwagenbewoners.
De outillage van de nieuwe centra wordt door de woonwagenbewo
ners hogelijk gewaardeerd. De groep, die genoegen neemt met mod -
derige, ongeaccommodeerde staanplaatsen wordt steeds kleiner.
Spreker blijft van oordeel, dat, als de afsluitmogelijkheid er niet
was, de mogelijkheid niet zou bestaan een woonwagenbewoner te
dwingen naast het kamp te gaan staan als het vol was. De man, die
niet meer op hetkamp kan,gaat zo dicht mogelijk bij het gemeen
schapshuis of bij de familie zus of zo staan. Daarom moet de af
sluitmogelijkheid er zijn. Overigens moet men er wel op letten,
dat men niet de indruk gaat vestigen, dat het kamp dichtgegooid
is. Dat is niet waar. Er is een hek aangebracht, zoals dat aan ie
der erf behoort te zijn, dat open en dicht kan en dat bediend wordt
door een burgerportier. Het wordt geopend voor ieder die wil pas
seren behalve voor degene die aankomt als er al 90 wagens op het
kamp staan. Deze laatste wordt verwezen naar de parkeerplaats,
die naast het kamp is. Het is dus geen noodkamp.
De tijdelijkheid zou spreker aldus willen interpreteren.dat de uit
wijkplaatsen gedurende de wintermaanden wel bezet zullen zijn,
doch zodra de zon gaat schijnen begint de trek al weer.
Het maatschappelijk werk is inderdaad een beetje onthand door het
feit, dat er naast het kamp ook wagens staan, doch het is bereid
een extra inspanning te leveren.
Als antwoord op een vraag van de heer Van Gastel zegt spreker,
dat niet gezegd kan worden.dat de voorzieningen uitsluitend voor
passanten zijn. Er kan niet gezegd worden.dat er op het kamp een
plaats open blijft voor de man, die altijd te Breda staat. Iedereen
die aankomt mag op het kamp zolang het aantal van 90 nog niet
bereikt is.
De heer Melzer wil spreker nog attenderen op de twee posten die
hij genoemd heeft.
Hij adviseert de heer Melzer eens te gaan kijken, dan kan hij zelf