519
14 O KT OBER 1964.
De VOORZITTER zegt het volgende;
Dames en heren,
Het wil mij opper tuun en zelfsnoodzakelijkvoorkomen.dat ik eni
ge kanttekeningen plaats, niet zozeer bij de tot Uw raad gerichte
aansporing van de stichting Vrienden van de Bredase Muziek- en
Balletschool tot voortgezette subsidiëring van de school, alswelbij
de circulaires, waarmee deze stichting zich in het openbaar tot de
burgerij heeft gewend en daarmee heeft getracht het door het be
stuur van deze school gevoerde beleid in zijn verhouding tot het
gemeentebestuur in de ogen van het publiek te rechtvaardigen en
het gemeentebestuur in gebreke te stellen.
Het gemeentebestuur wordt in de U bekende vlugschriften beticht
van duistere politieke redenen" in diverse kwalificaties, waardoor
de bestuurlijke integriteit en onafhankelijkheid van Uw raad en van
burgemeester en wethouders in het geding worden gebracht, als
zouden wij op duistere wijze het particulier initiatief en de vrij
heid van onderwijs naar het leven staan.
Ik zou hiertegenover willen stellen: niets is duister gebleven in de
ze zaak, die zoals U weet op alle niveaus, lokaal, provinciaal en
landelijkheeft gediend. Niets is duister gebleven, behalve de hou
ding, waarmee het bestuur iedere evolutie van de eigen structuur
heeft afgewezen met ongeveinsd wantrouwen en aversie jegens bur
gemeester en wethouders en Uw raad. Niets is zo duister als de motie
ven van de geweldige energie- en persoonlijke inzet, waarmee het
bestuur op de U bekende wijze de werkelijke belangen van de school,
met name denoodzakelijke nieuwbouw, de verbetering van de
rechtspositie van de leraren en de ontwikkeling en verbreding van het
onderwijs zelf in de weg staat.
Niets is zo duister, als de vindingrijkheid, waarmede dit bestuur
aanzijn eigen oude bestuurssituatie en zijn eigen coöptatiesysteem
sua auctoritate - in de zuiverste vorm van volledige zelfbenoeming
en aanvulling - vasthoudt en alle voorstellen onzerzijds om te ko
men tot een gemengde bestuursvorm met reële aanspraken en inspra
ken van de plaatselij ke overheid en ten aanzien van het te voeren be
leid heeft afgewezen en nog afwijst.
Afgewezen heeft het de talloze compromisvoorstellen dienaangaan
de met de wethouder en zijn ambtenaren; met burgemeester en
wethouders; met al hetgeen in Uw raad publiekelijk is gesteld.
Afgewezen - en dat ishetergste naar mijn smaak - decompromis-
voorstellen in diverse variaties van de zijde van de Commissaris
der Koningin van deze provincie.
Dit was het juiste ogenblik, en hij was de juiste autoriteit, om hier
in deze voor alle partijen zo nare situatie een oplossing te bewerk
stelligen.
U weet, dat de Commissaris der Koningin zeer tegemoetkomende
voorstellen heeft gedaan, welke beoogden zowel de personele en
particuliere status van de school, volledig te handhaven als de ge
meente een behoorlijke inspraak te geven, maar zij hebben het
niet kunnen halen.
En daarmee hebben zij niet alleen Uw raad maar ook de Commis
saris gedesavoueerd.