546
11 NOVEMBER 1964.
Misschien zijn er nog wel meer leerlingen te bedenken, die niet
onder deze bepalingen vallen, maar in het algemeen heeft spreker
zich afgevraagd, waarom nu niet een veel eenvoudiger redactie
wordt toegepast. Iedere minderjarige staat nu eenmaal wettelijk
onder gezag en daarom zou men eenvoudig kunnen stellen dat het
schoolgeld is verschuldigd door degene, die het gezag uitoefent.
Dat kan volgens spreker niet missen.
Bij een meerderjarige is dit de zorg van de meerderjarige zelf.
Spreker wil hieraan wel toevoegen dat hij onmiddellijk aanneemt
dat deze regeling is overgenomen uit andere ingewikkelde belas
tingtechnische berekeningen en aanslagtechniek, maar dat wil voor
hem nog niet zeggen, dat de gewraakte bepaling dan juist is.
Wethouder BASTIAENSEN wil de heer Mendes allereerst ant
woorden, dat het voorgestelde schoolgeld allerminst een slag in
de lucht is. Dat lijkt alleen maar zo, want de regelingen die el
ders gelden zijn wel degelijk tot stand gekomen op basis van be
paalde berekeningen. Die berekeningen zijn wel niet overgelegd,
doch burgemeester en wethouders hebben zich daaraan geconfor
meerd, alsmede aan het resultaat van overleg met de rijksinspec
tie. Spreker wil niet ontkennen, dat nog even de gedachte aan een
lager tarief heeft geleefd, omdat plaatselijk altijd een lager tarief
heeft gegolden. Maar bij nader beraad werd het toch juister ge
vonden om dit niet als leidraad te nemen, vooral omdat juist dat
tarief een slag in de lucht was.
Men moet ook in het oog houden dat de grootte van de klas mede
bepalend is voor de kosten;het aantal leerlingenvan een dergelij
ke klas zal liggen tussen de 20 en 25, Dit moet zeker niet hoger
worden en op die basis zijn in die andere plaatsende tarieven vast
gelegd.
Een onderscheid bij de balletlessen zou een unicum zijrnin andere
plaatsen wordt dit onderscheid niet gemaakt. De leerlingen van het
balletonderwijs zijn nl. overwegend jeugdig en wanneer ze tot ho
gere prestaties komen gaan ze naar meer specialistische opleidin
gen. Spreker heeft nog eens nadrukkelijk nagegaan of er aan de ta
riefstelling iets zou kunnen worden veranderd, maar dat zet toch
bepaald geen zoden aan de dijk. Het is altijd een beetje gevaar
lijk een tarief nauwelijks te gaan veranderen of een onderscheid te
gaan maken, waarvoor in eerste aanleg geen redenen aanwezig zijn
gebleken.
Dit betreft dus de vraag van de heer Van Gastel.
De heer Quadekker moet spreker antwoorden dat het tot de taken
van de directeur behoort de absenties na te gaan en met de nodige
dilügentie te trachten na te gaan, waarom een leerling absent is.
Dat zijn gewone maatregelen; een verklaring van de leerling zelf
wordt op geen enkele school geaccepteerd;er wordt altijd een on
derzoek ingesteld bij de ouders. Dat zal dus ook hier gebeuren.
De heer Barijwil spreker adviseren iets verder in de verordeningte