11 NOVEMBER 1964,
549
sluiten, met een der sollicitanten naar de functie van directeur een
onderhoud wilden hebben om te weten of hij zijn sollicitatie al of
niet handhaafde en of daar bepaalde omstandigheden bij aan de or
de waren.
Burgemeester en wethouders werden toen geconfronteerd met
een weigering van deze sollicitant om persoonlijk een gesprek te
voeren; verwezen werd naar een raadsman. Het gesprek heeft met
deze raadsman plaats gevonden en daarbij is uitdrukkelijk verno
men, dat het bestuurvan de muziekschool deze school zouvoort-
zetten - dat was zonneklaar. Op een desbetreffende vraag van de
zijde van burgemeester en wethouders wat de houding was van di
recteur en leraren van die school was het positieve antwoord dat
directeuren leraren van de muziekschool in dienst wensten te blij
ven van de bestaande muziekschool. Alleen wanneer deze zou wor
den opgeheven zijn zij bereid in dienst te komen van de gemeente.
Dit alles is de raad bekend, maar spreker herhaalt dit nog eens,
omdat dientengevolge door burgemeester en wethouders een brief
is gericht aan alle leraren, waarbij zij er op werden geattendeerd
dat zij dienden te solliciteren zo zij voor een benoeming bij de
gemeente in aanmerking wensten te komen. De raad weet dat dit
geleid heeft tot een kort geding, waarbij van de zijde van de mu
ziekschool werd gesteld, dat de gemeente trachtte de leraren tot
contractbreuk aan te zetten. Dat kort geding is geëindigd in een
vergelijk, waarbij van de zijde van de gemeente is gesteld, dat
deze niemand wil aanzetten tot contractbreuk. Een van de "eisen"
bij dat geding was dat de gemeente, noch rechtstreeks, noch mid
dellijk, contacten zou opnemen met de directeur en leraren van
de muziekschool en dat zelfs niet zou worden overgegaan tot be
noemingvan een directeur of leraar bij de gemeentelijke muziek
school, afkomstig uit het bestand van de huidige muziekschool.
Die eisen zijn door het vergelijk vervallen, maar ze hebben toch
nog een staartje. Bekend is dat de raad heeft beslist.dat zal wor
den overgegaan tot het plaatsen van een openbare oproep voor func
tionarissen, die willen solliciteren naar de functie van directeur
van de muziekschool. Daarop zijn 15 a 16 sollicitanten gekomen,
waaronder de huidige directeur van de muziekschool.
Met deze directeur is een sollicitatiegesprek gehouden, zoals met
elk ander.
Deze sollicitant vroeg aan het einde van het sollicitatiegesprek of
het mogelijk was een verslag van dat gesprek aan hem te doen toe
komen. Hem is geantwoord dat dat een volmaakt ongebruikelijke
zaak is, als er nog vragen waren, buiten hetgeen bij het sollicita
tiegesprek was besproken deze zwart op wit konden worden ingezon -
den.
Burgemeester en wethouders zouden dan trachten daarop te ant
woorden. Er werd bij gezegd dat grote spoed was geboden in ver
band met de beslissing, die spoedig moest vallen.