11 NOVEMBER 1964. 555 in handen hebben gehad. Was het dan niet aanzienlijk beter geweest als burgemeester en wethouders in deze moeilijke en omstreden materie de keuze voor de raad hadden opengelaten, namelijk de keuze tussen de nieuwe man van buiten en de huidige directeur?Spreker geeft derhalve bur gemeester en wethouders met klem in overweging deze beslissing aan de raad te laten door in dit voorstel onder de heer De Braai in alfabetische volgorde kandidaat te stellen voor dezelfde functie, onder dezelfde voorwaarden, de heer L. Hansen. En dat de raad dan nu zal beslissen. De heer VIS deelt mede, dat het niet in zijn voornemen heeft gelegen om bij dit punt het woord te vragen. Maar hetgeen de heer Van der Werff zojuist heeft gezegd is voor spreker aanleiding om over dit punt ook iets te zeggen. Spreker vindt n. 1.dat de be noeming vaneen directeur van de op te richten stedelijke muziek school een uiterst urgente zaak is. En spreker meent.dat de raad er alle begrip voor kan hebben dat burgemeester en wethouders op zo korte termijn met dit voorstel zijn gekomen. Spreker dacht dat daar verschillende redenen voor' 'zijn. Inde eerste plaats is het zo, dat de stedelijke muziekschool zo spoe dig mogelijk van start moet gaan. In de tweede plaats is het zo, dat een kandidaat heeft gesolliciteerd, die ook naar spreker's gevoel en daarbij laat hij zich leidendoor het zeer deskundige advies van Dr. Daniskas, met kop en schouders boven de andere kandidaten uitsteekt. Gezien deze beide overwegingen heeft spreker in dit ge val alle begripvoor de haast, die burgemeester en wethouders heb ben willen betrachten, hoezeer hij ook in het algemeen bij derge lijke besluiten een goede tijd van voorbereiding op prijs stelt. Spreker wil ook nog iets zeggen over de brief, die hij zojuist van een van zijn fractiegenoten heeft gekregen, en die aan de raad is gericht. Waarschijnlijk omdat spreker in maart is verhuisd bereik te hem dit bericht van de muziekschool niet meer, Spreker heeft deze brief nu zojuist gelezen. Spreker is van mening, dat de raad, en ook spreker, bij het nemen van het besluit om te komen tot een gemeentelijke muziekschool alle aandacht heeft besteed, en bij voortduring, aan de persoonlijke belangen van directeur en leraren. Spreker meent dan toch ook wel te mogen stellen dat dit van de zij de van de muziekschool, naar zijn oprechte overtuiging niet het ge val is, in die zin, dat men, zoals de wethouder ook reeds heeft aangegeven, aan directeur en leraren belemmeringen in de weg legt om bij de stedelijke muziekschool te solliciteren. Spreker wil er nog dit bij zeggen, dat er in de stad over deze af faire, die voor een gedeelte ook wel tot een affaire is opgeblazen, allerlei geruchten de ronde doen ener zijn daarbij geruchten, waar bij dan verklaring wordt gegeven van het feit, dat de benoeming van de directeur van de stedelijke muziekschool zo lang op zich heeft laten wachten. Spreker heeft er geen behoefte aan deze ge ruchten in de vergadering te noemen, maar hij heeft er wel be hoefte aan om te zeggen, dat naar zijn oordeel het uitblijven van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 555