11 NOVEMBER 1964,
559
horen van de sollicitanten.
Op dit gebied kan spreker de heer Van der Werff volledig gerust
stelle n.
Er zijn met opzet met alle sollicitanten gesprekken gevoerd en aan
al deze sollicitanten zijn de feitelijke gegevens van de toestand
voorgelegd.
Met alle sollicitanten is ook besproken de mogelijkheid, dat bij
het inwerking treden van de muziekschool leraren moeten worden
benoemd en dat de mogelijkheid bestaat, dat daar ook naar zul
len solliciteren leraren van de huidige muziekschool. En ook met
deze kandidaat is dit besproken en er is hem gezegd, dat hij daar
mede een taak in zal hebben. Dit is aan elke sollicitant medege
deeld, behoudens een enkele, van wie wij zo al op het eerste ge
zicht konden zeggen, dat die beter op de markt kon gaan staan,
dan te proberen directeur van de muziekschool te worden. Daarop
zijn de punten afgetast om te weten of de te benoemen directeur
naar het oordeel van burgemeester en wethouders goed bevonden
kon worden om voorgedragen te worden aan de raad. Met betrek
king tot de formele kwestie ten aanzien van de heer Hansen mag
spreker er nog eens op wijzen, dat in de sollicitaite van de heer
Hansen duidelijk het volgende is gesteldrdat hij leraar is aan de
huidige muziekschool, en dat hij prefereert, indien de muziek
school blijft bestaan,zijn functie als leerkracht te blijven behou
den in plaats van directeur aan de gemeentelijke muziekschool.
De heer Hansen heeft deze sollicitatie via de raadsman onverkort
gehandhaafd.
Spreker heeft ineen gesprek in de raad hier de heerVan der Werff
eens horen zeggen: als U praat over toneelspelen, en U vindt dat
dat bij het onderwijs moet worden gebracht, dan doet U iets ver
keerds, want iedereen die bij het onderwijs is, speelt toneel. En
nu zegt de heer Van der Werff: het compromis, waarover wij al
zoveel gesproken hebben, is op dat ene punt afgesprongen.
Maar de heer Van der Werff vergeet te stellen door wiens toedoen
dat afgesprongen is. En hij vergeet erbij te stellen, dat de raad
dit compromis als geheel aanvaard heeft. Dat de raad erbij heeft
gezegd, dat hij er niet gelukkig mede was, maar dat men terwil-
le van de zaak bereid was het compromis in zijn geheel te aanvaar
den. Dit is niet op aandringen van burgemeester en wethouders,
of op aandringen van de raad, afgesprongen. Het is afgesprongen
op de onwil van het bestuur van de muziekschool.
Tenslotte - dat is al duidelijk gezegd door de andere heren, die
aan het woord zijn geweest - is de raad vrij in zijn keuze.
De heer VAN DERWERFF lijkt het toch wel praktisch om even
te stellen dat een niet-beroepstoneelspeler deze overeenstemming
heeft met een beroepstoneelspeler, dat hij zijn overtuiging tracht
uit te dragen en aan de ander zijn overtuiging zo goed mogelijk
tracht mede te delen.