560
11 NOVEMBER 1964.
En wanneer hij de indruk krijgt, dat de spreker niet meende, wat
hij zei, dan zou de wethouder zich vergissen. Spreker heeft name
lijk bepaald wel gemeend, wat hij zei, nl. dat het uiterst be
treurenswaardig was - en hij hoopt daar straks nog op terug te ko
men - dat vele stukken zo laat waren.
Vele, zodat wanneer de wethouder zegt: "het is maar een klein
pakje", dit toch wat gecompliceerder wordt, gezien de veelheid
bovendien. Spreker wil gaarne het woord hypothese terug nemen,
hij wil graag die zin terugnemen, daar gaat het nl. niet om, in
het geheel niet. Bovendien, spreker vond dit zo'n geval, waarin
een gesprek met de directeur wel mogelijk was. Spreker brengt in
herinnering dat bij de benoeming van de directeur van de schouw
burg, wat een heel moeilijke aangelegenheid was, de wethouder
zelf de gelegenheid heeft gegeven, in een vergadering van twee
afdelingen, om kennis te maken met degene, die hij voorstelde.
Spreker meende, dat er ook andere gevallen zijn geweest. Het
mag dan misschien een beetje uit de lucht gegrepen zijn, maar
zo was het niet bedoeld. Hier waren bepaald in deze situatie toch
wel termen voor aanwezig, al was het alleen maar om de aarze
lende leden van deze raad misschien te overtuigen van het feit,
dat het advies van de rijksinspecteur inderdaad een advieswas, waar
zij zich volkomen achter konden scharen met burgemeester en wet
houders.
Naar aanleiding van de mededeling, dat het stuk vrijdag niet meer
kon worden bezorgd, herhaalt spreker nog eens dat net stuk op
maandagochtend om kwart voor twaalf nog niet ter visie lag. Het
is niet een kwestie van x uren 36, maar hoogstens van 48 uren.
De VOORZITTER meent dat de behandeling thans kan worden
besloten. Hij onderstreept, dat er een vrije keuze is. Het gaat
niet om een voordracht, maar om een aanbeveling. Hij neemt
dus aan, dat de heer Hansen, die niet door burgemeester en wet
houders en niet in het door de wethouder gestelde wordt aanbevo
len, bij de raad een object van keuze kan zijn.
De voorzitter stelt thans de raad in de gelegenheid schriftelijk zijn
stem uit te brengen en verzoekt de heren Ouadekker en Van der
Werff als stemcommissie te fungeren.
Uitgebracht worden 36 stemmen, waarvan 32 op de heer de
Braai, 2 op de heer Hansen en 2 blanco, zodat de heer de Braai
is benoemd.
51. INRICHTING STEDELIJKE MUZIEKSCHOOL.
De heer Ouadekker heeft in de specificatie een benaming
gevonden, die hem niet geheel duidelijk is nl. "2 Orff instrumen
taria 3.000,-". Verder is er opgenomen 1 bord voor 300,-,
en 10 borden voor 200, -.
Die 10 zijn zeker kleiner dan dat ene bord.