11 NOVEMBER 1964.
561
De heer MELZER vraagt of het inde bedoeling ligt voor de be
steding van dit krediet bij diverse leveranciers offertes aan te vra
gen.
Wethouder BASTIAENSEN deelt mede dat een Orff instrumen
tarium uit verschillende onderdelen bestaat. Wat men er precies
allemaal mede doet, weet spreker ook niet, maar het is een ap
paraat dat per se nodig is, in het bijzonder bij het beoefenen van
slagwerk en ritme.
De heer QUADEKKER: ja, nu is het duidelijk.
Wethouder BASTIAENSEN antwoordt de heer Melzer, dat het
niet in de bedoeling ligt zo maar een, twee, drie alle instrumen
tarium aan te schaffen. Dat zal naar behoefte geschieden en er
zullen inderdaad offertes worden aangevraagd, waarbij vooral wordt
gedacht aan plaatselijke leveranciers.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
5, VERHOGING MAXIMUM AANTAL DRANKVERGUNNINGEN.
De heer VAN CAULIL meent, dat er bij dit preadvies eigen
lijk een hele lange beschouwing mogelijk zou zijn, doch dat is
hij niet van plan. Spreker wil slechts een paar kanttekeningen
maken. Hij zou willen vragen bij de uitgifte van de nieuwe ver
gunningen rekening te houden met de nieuwe wet, die op komst
is. Het is nog slechts een kwestie van tijd en dan zal het maxi
mum-stelsel zijn opgeheven. Wanneer nu bij het uitgeven van de
ze nieuwe vergunningen in de geest van de nieuwe wet gehandeld
zou worden gelooft spreker, dat er een soepele overgang ontstaat
van oud naar nieuw. Bij de jaarwisseling is het nog wel eens de
gewoonte, dat dit met veel geluid en vuurwerk gepaard moet
gaan, maar in dit geval zou spreker mede willen bevorderen, dat
het dan wel niet direct geluidloos zal verlopen, maar wel dat
spanningen worden vermeden.
En dan wil spreker enkele dingen met name noemen. Er bestaat
een wachtlijst en spreker zou deze niet overboord willen gooien.
Daarop komen personen voor, die al 25 tot 35 jaar wachten van
wege het maximum aantal uit te geven vergunningen. Die lijst
wil spreker wel aanhouden, maar de nieuwe wet beoogt om geen
vergunningen uit te geven aan degenen, die op het moment van
uitgifte niet over een bedrijf beschikken. De uitgifte op het mo
ment zou toch zeker de intentie moeten hebben de vergunningen
te verstrekken aan personen, die zelf de zaken bezetten. Ook wat
de inrichtingseisen betreft lijkt het spreker goed inzage te nemen
van hetgeen daaromtrent in de nieuwe wet is gesteld en het be
leid daarop af te stemmen.