11 NOVEMBER 1964. 565 De ene mogelijkheid is acceptatie van het voorstel, zoals het hier ligt, en de tweede mogelijkheid is de verlichting op de Klooster laan aan te brengen, zoals die nu op de Claudius Prinsenlaan tus sen desingel en het Kloosterplein is. De technische dienst meent, en spreker is het daar volkomen mee eens, dat men met betrek king tot de verlichting met zijn tijd mede moet gaan. Er is nu sinds kort een speciale lamp - men noemt dit een konerarmatuur - die een lichteffect geeft, dat belangrijk beter is dan dat van de huidige lampen en bovendien in het gebruik niet duurder is. Wanneer men zich nu realiseert dat beide straten in de toekomst een belangrijke verkeerstaak zullen krijgen, mede in verband met de daar te stichten bebouwing van stadhuis en schouwburg, dan is het begrijpelijk dat daar eenheid in de verlichting moet zijn. Daarom zou het alleen mogelijk zijn ofwel de Kioosterlaan in te richten, zoals thans de Claudius Prinsenlaan is voorzien, dus met minder lichteffect, dan wel een geheel nieuwe verlichting voor beide straten. Gezien de hart-transplantatie, die op dit punt inde stad zal plaats vinden, zou men daar toch wel een verlichting moeten aanbren gen, waarover men in de toekomst tevreden kan zijn, Het is niet de bedoeling de nieuwe verlichting van het gedeelte Claudius Prinsenlaan door te trekken tot het viaduct, omdat er een scheiding zal komen ter plaatse van de verkeerslichten bij de brug. En dat is niet met de bedoeling om de Claudius Prinsenlaan verder opzettelijk minder licht te geven, maar omdat het inderdaad te kostbaar zou worden de nieuwe verlichting voor het geheel door te trekken. Het is bovendien niet zo urgent, terwijl juist naar het hart van de stad een betere verlichting wel gewenst wordt geacht» niet alleen terwille van de weg zelf, maar ook ten behoeve van de omgeving. De beplanting in de middenberm zal, naar spreker verwacht, in derdaad wel tijdelijk moeten worden verwijderd, ofschoon er mis schien nog wel een andere mogelijkheid is. Spreker zou de raad toch wel willen aanbevelen om in dit geval de gedachte.dat onvoorzichtig of onnodig met geld wordt omge- springen, opzij te zetten. De Kloosterlaan moet toch worden verlicht en de Claudius Prinsen laan wordt in deze verbetering betrokken. Waarschijnlijk zal het wel de bedoeling van de technische dienst zijn om op gelijksoor tige belangrijke punten een dienovereenkomstige verlichting aan te brengen. Het is uiteraard belangrijk de grote verkeerswegen bij het enorm toenemende verkeer van een goede straatverlichting te voorzien. De heer VAN DER WERFF is al bijzonder blij, dat de wethou der hem gerust heeft gesteld ten aanzien van het weggedeelte tus sen de brug en het Klein Seminarie, maar het woord "roekeloos" is, naar spreker dacht, door geen der raadsleden gebruikt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 565