566 11 NOVEMBER 1964. Spreker heeft respect voor het feit, dat er uit lichttechnisch oog punt wordt gestreefd naar vernieuwing, maar hij vreest.dat er dan nog voor grote gedeelten van Breda vernieuwing nodig is. De vraag is verder nog of de geraamde 43. 800, - nog met extra kosten van beplantingen moeten worden verhoogd. De daar staande heestertjes zullen wellicht weer wel opnieuw aangebracht kunnen worden, maar er blijft dan toch nog wel sprake van een hoeveelheid werkloon. Is het nu verstandig, waar de palen nog niet zijn versleten, en de armaturen nog een paar jaar mee kunnen, tot deze vernieuwing over te gaan. Het argument van de toekomstige bebouwing heeft spreker niet be vredigd, want de stichting daarvan zou juist wel eens aanleiding kunnen zijn van een nodeloze uitgaaf nu, omdat t. z. t. misschien weer een aangepaste verlichting nodig zal blijken. De heer QUADEKKER meent, dat de wethouder de verkeerde kant uitgaat, als hij stelt, dat het achterwege laten van een ver betering van de verlichting van de Claudius Prinsenlaan tot conse quentie heeft dat op de Kloosterlaan dan eenzelfde verlichting moet worden aangebracht als nu op de Claudius Prinsenlaan aanwe zig is. Dat is nu net niet de bedoeling, in de Kloosterlaan mogen gerust de nieuwe lantaarns komen al zijn die niet gelijk aan die van de Claudius Prinsenlaan. Deze laatste staan er nu acht jaar. Welnu, over 10 jaar zal er wellicht een nieuw stadhuis staan, dan zullen er wel weer geheel nieuwe palen zijn en de koffers zijn dan misschien valiezen geworden. Toch sprekende in chirurgische ter men over harttransplantatie, wil spreker zeggemlaten we dan over 10 jaar maar een bloedtransfusie toepassen en dan van dezelfde 43. 000,- met rente, waarvan dan na die tijd al 24. 000,-ver diend is. Spreker zou de lantaarns gewoon willen laten staan, waar ze nu staan. De heer VAN CASTEREN deelt de mening van de vorige spreker.. Hij is door het betoog van de wethouder niet overtuigd. De heer KROON wil nog even terugkomen op het gebruik van het woord "roekeloos" door de wethouder. Als men een andere me ning voorstaat wil dat in het geheel niet zeggen, dat men dan vindt dat burgemeester en wethouders roekeloos met het geld om springen. Het gaat er alleen maar om, nu de touwtjes aan elkaar moeten worden geknoopt, prioriteiten te stellen. En daarom kan hij met het voorstel op het bewuste onderdeel niet meegaan. Spreker heeft in de afdelingsvergadering een compliment gemaakt aan de mensen van de technische dienst over het feit, dat de ver lichting in Breda zo prima in orde is en dat die verweg uitsteekt boven die in gelijkwaardige steden, maar op het moment acht hij het niet juist de gevraagde uitgaaf te doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 566