11 NOVEMBER 1964.
567
Wethouder MEIJS meent zich uit de afdelingsvergadering te
herinneren, dat de heer Kroon tenslotte met het voorstel akkoord
is gegaan. Zijn bezwaren zijn nu blijkbaar toch opnieuw opgeko
men.
Ter beantwoording van de opmerking van de heer Van der Werff
kan spreker zeggen, dat palen en armaturen natuurlijk niet zijn
versleten en dus elders gebruikt worden. Als gesproken is over
aangepaste verlichting aan de gebouwen dan gelooft spreker er
toch wel op te moeten wijzen dat de daar geprojecteerde gebou
wen bij avond niet veel verlichting zullen brengen. Juist daarom
is het belangrijk, dat de straatverlichting een extra functie ver
vult, waardoor het gezicht op de gebouwen en de plaats waar men
is belangrijk wordt verbeterd, zodat men zich beter kan oriënteren.
Als de heer Quadekker meent dat de Kloosterlaan rustig een nieu
we verlichting kan krijgen, zonder die van de Claudius Prinsen
laan aan te passen, verwacht spreker dat dit een volkomen ver
keerd effect op zal leveren in de bewuste driehoek. Dan meent
spreker het juist te hebben gezien door alleen de twee mogelijk
heden te stellen: alles oud of alles nieuw. Een sterk afwijkende
verlichting van de ene op de andere straat mag zeker niet ver
kieslijk worden geacht.
Oorspronkelijk heeft ook spreker wel enige bedenkingen gehad,
maar hij heeft zich door de betrokken directeur laten overtuigen
van de juistheid van het gedane voorstel.
Er wordt hem ingefluisterd, dat het hier een rendabele investering
zou betreffen, maar spreker deelt deze opvatting niet, omdat de
lasten hiervan wel degelijk van invloed zijn op de bedrijfsresul
taten.
De voorzitter besluit, na enige discussie over de orde, in stem
ming te brengen het voorstel van de heer Kroon, luidende als volgt:
- de verlichting van de Kloosterlaan en hetChasséveld zal worden
aangebracht op de wijze, als door burgemeester en wethouders
is voorgesteld;de Claudius Prinsenlaan zal blijven inde momen
tele toestand.
Dit voorstel van de heer Kroon wordt met 20 tegen 15 stemmen
aanvaard, zodat het voorstel van burgemeester en wethouders ge
acht moeten worden te zijn aanvaard als door de heer Kroon ge
amendeerd.
Voor het amendement stemden de leden: Quadekker, Zijtregtop,
Melzer, Gielen, Frumau, Mevr. van Mierlo, Mevr. Wijn,1" ter
Berg, Renooij, Kramer, Baijens, Van der Werff, Van den Eeden,
Van Casteren, Van Loon, Lous, Marijnissen, Mevr. Krens, Van
Gastel en Kroon.
Tegen het amendement stemden de leden: Vermeulen, Van Boxtel,
Vis, Van Caulil, Mendes, Nieuwlaat, Van Gisbergen, Broeders
Spanjer, Mevr. de Bonte, Mr. Bastiaensen, Biemans, Van Bijnen,
Koertshuis en Meijs.
11. VERBINDINGSWEG FATIMASTRAAT-POOLSEWEG.