568 11 NOVEMBER 1964. De heer QUADEKKER ziet, dat het voorstel gedateerd is 4 no vember: hij meent, dat op 29 oktober dit gedeelte van de Poolse- weg Generaal Maczekweg is genoemd. Wethouder VERMEULEN heeft in de betrokken raadsafdeling voorgesteld om deze correctie niet aan te brengen,opdat de heer Quadekker de gelegenheid zou krijgen de geplaatste opmerking naar voren te brengen. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 12 a, b en c, KREDIET VERHOGING VOOR WERKEN. De heer QUADEKKER stelt vooraf dat hij niet in de gelegenr heid was de afdelingsvergadering bij te wonen, vandaar dat hij nu de vrijheid neemt nog iets over dit punt te vragen. Zo is bij punt 12a vermeld dat later sonderingen zijn verricht en dat een vergissing werd gemaakt bij de oppervlakte-berekening van 24.000,-. Spreker zegt nu, dat dit niet juist is. Hij zou gaarne alsnog een inlichting willen hebben over het woord "cunette". Wethouder VERMEULEN zou alleen willen opmerken dat uiter aard vergissingen menselijk zijn. Hij zou dan ook niet de garan tie willen geven.dat dit in de toekomst niet meer gebeurt. Uiter aard zal dit beperkt moeten worden tot hoge uitzonderingen en spreker neemt aan dat dit hier het geval is. Van de sonderingen gelooft spreker, dat die niet voor de krediet aanvrage bij de raad nadden kunnen plaats hebben. Die zijn dus nadien gehouden en aan de hand daarvan is gebleken.dat de aan vankelijke aanname niet klopte. Dit soort zaken kan niet altijd vooraf plaats hebben.Onder een "cunette" meent spreker te moe ten verstaan een "wegbedding". Mevrouw VAN MIERLO meent, dat de raad in het vervolg bij een kredietaanvrage steeds zal moeten vragen of er sonderingen zijn verricht en of de oppervlakte goed is berekend. Wethouder VERMEULEN meent, dat men het praktische werk nu ook niet moet gaan frustreren door dit soort van eisen. Men kan met de aanvrage van een krediet niet wachten tot en met de tijd, dat de laatste kennis van het terrein is opgedaan. Ook tijdens het werk kan men een heel ander stuk grond tegenko men, dan waarop men had gerekend. De heer QUADEKKER heeft ook ten aanzien van punt 12c een opmerking. Hier blijkt nu weer dat de overschrijding een gevolg is van het feit, dat de vrijkomende grond ter plaatse niet opnieuw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 568