581 25 NOVEMBER 1964. Ook over de grotere beleidsvragen heeft de raad in de schrifte lijke behandeling met Uw college reeds van gedachten kunnen wis selen. Toch lijkt het mij nuttig, om op een aantal van deze be leidsvragen in mijn algemene beschouwingen in te gaan. Ikspreek bewust over "een aantal van deze beleidsvragen", om dat het ondoenlijk is alle, op zich belangrijke, punten te betrekken in mijn algemene beschouwingen. Deze opvatting brengt met zich mee, dat ik mezelf een beperking moet opleggen en dat ik een keu ze moet maken. Dit is op zichzelf reeds een moeilijkheid. Het is een moeilijk heid, waarmee de fractievoorzitters elk jaar worden geconfronteerd. Persoonlijk moest ik echter nog andere weerstanden overwinnen. In de tijd van voorbereiding las ik namelijk een tweetal perspu- blikaties. Nu is het niet zo, dat ik zonder meer af ga op wat in de pers wordt gepubliceerd, maar anderzijds kunnen deze publikaties nuttige aan wijzingen bevatten en het is dan verstandig daarmede rekening te houden. Allereerst las ik in de "knipselkrant" van "De Stem" een uit "De Gelderlander" overgenomen artikeltje over de gemeenteraden. Dit artikeltje begint dan als volgt. Ik citeer: "De inbreng van heel wat raadsleden, van welke partij dan ook, is dikwijls nauwelijks ver meldenswaard en wanneer er dan nog wat ingebracht wordt, dan wordt daarbij vaak een ontstellend gebrek aan elementaire kennis naar voren gebracht. Het ergste is nog, dat dit soort raadsleden het dan ook nog vaak zoveel beter weet dan deskundigen, maar dat moe ten we dan incasseren als een normaal, maar vervelend aspect van de overigens belangrijke democratie". Verder wordt - en dit is dan een schrale troost - vermeld, dat hetzelfde ook niet zelden de leden van Provinciale Staten en zelfs heel wat kamerleden geldt. Geconstateerd wordt - en dat is ook van toepassing op de grotere steden - dat de gemeenteraden vaak beneden de doorsnee-kwaliteit van de gemeentenaren zijn, terwijl ze feitelijk bbven de maat zou den moeten zijn. Want eerst dan zijn de voorwaarden vervuld voor goedbestuurde gemeenten. U ziet: het is heel wat om over na te denken, voor elk gemeen teraadslid en zeker voor een fractievoorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 581