25 NOVEMBER 1964.
582
Vervolgens las ik in "De Volkskrant" een uitvoerig artikel over
het boek van Prof. Dr. A. Chorus: "De Nederlander, uiterlijk en
innerlijk". Omdat ik zelf een Brabander ben, was ik bijzonder ge
ïnteresseerd in het beeld, in de typering van de Brabander,
Welnu: de West-Brabanders lijken meer op de Hollanders: ze zijn
zakelijker, energieker, doortastender en meer economisch gericht.
De midden- en Oost-Brabander - en ikzelf ben een Midden-Braban
der mijnheer de voorzitter - is meer het type van de echte Braban
der: gevoelig, gemoedelijk, opgewekt, wat lomp en simpel vaak,
maar uiterst goedhartig. Hij heeft een sterk gemeenschapsbesef en.
er zit een enorme onverbruikte kracht in Brabant, die met de dag
meer zal blijken.
Kort achter elkaar twee publikaties, die enerzijds wijzen op de
hoge eisen die aan ons, gemeenteraadsleden, worden gesteld, mèt
de constatering van een vaak ernstig tekortschieten, en anderzijds
de confrontatie met de beperktheid, de feiten, èn de goede eigen
schappen en mogelijkheden van de Nederlander en de Brabander.
Het zal U duidelijk zijn, dat ik - dit alles overwegende - wel
enige aarzeling moest overwinnen, De overtuiging, dat mijn alge
mene beschouwingen - ondanks de noodzakelijke tekortkomingen -
toch een bijdrage kunnen zijn tot een vruchtbare gedachtenwisse-
ling over het te voeren beleid, is voor mij voldoende reden om over
de bestaande moeilijkheden heen te stappen.
SLUITENDE BEGROTING.
Als we de begroting voor het dienstjaar 1965 bezien, dan valt
allereerst op, dat ook voor dit jaar een sluitende begroting werd op
gezet. De hiermede in bijna 3 jaar opgedane praktische ervaringen
worden door Uw college goed genoemd.
De snelle goedkeuring van de gemeentebegroting schept demo
gelijkheid voor een vlotte uitvoering van de bestaande activiteiten
en de uitbouw van de noodzakelijke outillage voor de gemeenschap.
Met deze opvatting is onze fractie het eens.
Maar een andere vraag is of deze methode blijvend kan worden
gevolgd.
In de nota van aanbieding wordt namelijk ook gesteld, dat de
ervaring van de laatste jaren een duidelijk teken is, dat de groei
van de uitgaven van de gemeente uitgaat boven de beschikbaar ko
mende middelen.
Als ik dit lees, in samenhang met hetgeen verder in de nota is
gesteld, namelijk dat de gemeente gedwongen is om met min of