583 25 NOVEMBER 1964. meer ingrijpende maatregelen een evenwicht in het budget tot stand te brengen, dan kan daaruit de volgende conclusie worden getrokken. Indien zich geen wijzigingen voordoen in het beleid van de rijks overheid - ik denk hierbij met name aan de voeding van het ge meentefonds - en de gemeente de nodig geachte activiteiten en voor zieningen wel blijft uitvoeren, dan zal de raad elk jaar opnieuw geconfronteerd worden met min of meer ingrijpende maatregelen, die nodig zijn om het evenwicht tussen de inkomsten en uitgaven tot stand te brengen. Ook dit jaar zijn er weer enkele maatregelen voorgesteld. -Allereerst is daar de kritische beoordeling van de uitzet van het bud get op alle onderdelen. Dit uitgangspunt wordt door mij volledig onderschreven. Ik wil er toch een paar kanttekeningen bij maken. Gemeentelijk apparaat. In een zich snel ontwikkelde gemeente als Breda dient het ge meentelijk apparaat - waarin begrepen de diensten en bedrijven - zodanig te zijn opgezet en bemand, dat de expansieve ontwikkeling deskundig kan worden opgevangen en begeleid. Noodzakelijk is, dat daarbij rekening kan en moet worden gehouden met nieuwe weten schappelijke en organisatorische ontwikkelingen en mogelijkheden. In het algemeen mag worden gesteld, dat Breda trots mag zijn op zijn ambtenarenkorps. Grote waardering hebben wij voor de des kundigheid en de werkkracht van de ambtenaren. Vraag blijft ech ter, of bij de organisatie, de efficiënte werking en de goede com municatie tussen de diverse afdelingen en diensten, voldoende re kening is of kan worden gehouden met de eisen, die vandaag ge steld moeten worden aan een gemeente als Breda. Mijns inziens moeten juist bij de uitgroei van het gemeente-ap paraat hoge eisen gesteld worden aan een efficiënte werking, een juiste delegatie van taken en verantwoordelijkheden, het goede sa menspel en de afweging van urgenties, waardoor alle werkzaamhe den gericht worden op de meest doelmatige belangenbehartiging van de Bredase gemeenschap. Waarbij we er niet aan kunnen voorbijzien, dat in het algemeen - doch zeker in het kader van de huidige financiële positie van onze gemeente - ook hier financiële beperkingen geaccepteerd moeten worden. Vanuit de raad is in dit verband meermalen gewezen op de in schakelingvan een organisatie-deskundige als adviseurvan Uw col lege. Ik ben er mij van bewust, dat het vraagstukvan de meest ef ficiënte en zuinigste werking van het gemeente-apparaat, met vol-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 583