587
25 NOVEMBER 1964.
de hier voorgestelde, waarbij nö reeds de vraag naar voren komt,
of de voorgestelde verhoging niet achterwege kan blijven.
Uit Uw antwoord valt op te maken, dat U van oordeel bent, dat
na aanvaarding van de voorgestelde verhoging, nog over een mini
mum -tarief wordt gesproken. Een tarief dat te zijner tijd wordt ge
heven alleen alen uitsluitend naar de maatstaf van de hoeveelheid
geloosd water, terwijl daarop bovendien nog een verhoging kan wor
den verwacht, afhankelijk van de graad van verontreiniging.
Is mijn interpretatie van Uw antwoord juist, en zo ja, kan Uw
college dan mededelen, wanneer voorstellen voor een gedifferen
tieerd tarief kunnen worden tegemoet gezien? En is het mogelijk
om over deze differentiatie reeds iets naders mede te delen?
Uit het voorgaande valt op te maken, dat onze fractie de voor
stellen die leiden tot een lastenverzwaring voor burgerij en bedrijfs
leven kritisch beoordeelt, hetgeen niet wil zeggen, dat verhogin
gen voor ons bij voorbaat onaanvaardbaar zijn.
Met Uw college ben ik van oordeel, dat de lasten die aan de
gemeenschap worden opgelegd, moeten worden gezien tegenover
hetgeen in het belang van de gemeenschap tot stand kan worden ge
bracht. Immers, hierdoor wordt Breda meer leefbaar en meer aan
trekkelijk als plaats van vestiging.
Het zou, gezien de sociaal-economische ontwikkeling in Neder
land, naar mijn oordeel irreëel zijn te menen, dat de lasten voor
de gemeenschap nominaal op hetzelfde peil kunnen worden gehand -
haafd. Wel dient met grote zorgvuldigheid te worden afgewogen van
wélkeen in welke mate, gebruik wordt gemaakt van de verschillende
mogelijkheden, om het evenwicht in inkomsten en uitgaven te berei
ken.
Er is namelijk ook een grens bij de aan de gemeenschap op te
leggen lasten. De lasten, drukkend op burgerij en bedrijfsleven,
bepalen onder andere ook mede de aantrekkelijkheid van vestiging
in Breda.
Daarom kan het mijns inziens toch nuttig zijn, te beschikken
over vergelijkbare overzichten van andere gemeenten, ook al ben
ik met Uw college van oordeel, dat het opleggen van lasten aan de
gemeenschap, niet kan geschieden aan de hand van vergelijking
met andere gemeenten. Wèl kunnen deze gegevens - mits verstan
dig geïnterpreteerd en beoordeeld - nuttig zijn bij de oordeelsvor
ming over het te voeren beleid.
Ik ben Uw college dan ook erkentelijk voor Uw bereidverklaring
om de hier bedoelde vergelijkende gegevens - voorzien van een toe
lichting en eventueel commentaar - ter informatie voor te leggen