588
25 NOVEMBER 1964.
aan de raadsafdeling voor de financiën. Wel wilde ik U verzoeken,
deze gegevens eveneens ter informatie voor te leggen aan de frac
tievoorzitters.
Bij het overzien van de financiële positie van Breda bekruipt mij
de vrees, dat deze gemeenschap in de komende jaren een nog gro
tere lastenverzwaring niet kan ontgaan. Daar is Uw constatering,
dat de ervaring leert, dat de groei van de uitgaven uitgaat boven
de beschikbare middelen. De destijds aangevoerde bezwaren tegen
de financiële verhoudingsregeling - een onvoldoende middelenvoor
ziening van het gemeentefonds - blijken naar Uw oordeel bij de
praktische toepassing van de regeling gegrond te zijn.
Hoewel ook naar Uw mening een definitiefoordeel over de wer
king van de financiële verhoudingsregeling nog niet kan worden uit
gesproken, heeft het er alle schijn van, dat vele gemeenten - en
met name ook de gemeente Breda - in een klempositie komen te
verkeren.
Breda staat voor een bijzondere opgave in het kader van de ex
pansieve ontwikkeling van Brabant, terwijl nu reeds een reële be
perkingvan de onrendabele investeringen dient te worden aanvaard.
Uit mijn betoog kunt U opmaken, dat naar mijn oordeel onze
gemeente zelf zich volledig dient in te zetten om de hiervoorbe-
doelde opgave te vervullen, óók als daarvoor extra-inspanningen
noodzakelijk zijn en extra lasten moeten worden gedragen.
De bijzonder gunstige ontwikkelingskansen van Brabant in het al
gemeen en van Breda in het bijzonder, worden algemeen onderkend
en zijn in prachtige rapporten vastgelegd. Doch de indruk bestaat,
dat de praktische maatregelen - zoals de totstandkomingvan nieu
we of verbetering van bestaande weg - en waterverbindingen - no
dig voor de tijdige realisering van deze ontwikkeling, te lang op zich
laten wachten.
Nog erger wordt de situatie, als bovendien de gemeentelijke ont
wikkeling op zich wordt gefrustreerd door een tekort aan middelen.
De vraag kan aan de orde komen, of tengevolge van een te lage uit
kering uit het gemeentefonds, het systeem van de sluitende begro
ting blijvend kan worden gevolgd, al zie ik zeer duidelijk de nade
len, die het gevolg zijn van een niet-sluitende begroting.
Als ik het goed zie, kunnen het volgende jaar meer gegevens,
nodig ter beantwoording van die vraag, beschikbaar zijn.
-Verwacht wordt, dat binnenkort de algemene uitkering 1960 defi
nitief zal worden vastgesteld.