25 NOVEMBER 1964.
590
ONDERWIJS.
Inzake het onderwijs in deze stad zou ik U kunnen verwijzen naar
hetgeen ik daarover stelde bij mijn vorige algemene beschouwingen,
met name naar hetgeen ik daarbij heb gezegd over het samenspre-
ken en samenwerken en het school- en beroepskeuzewerk.
Ten aanzien van het school- en beroepskeuzewerk meen ik mijn
twee jaar geleden geuite opvatting, dat op dit terrein in onze ge
meente nog belangrijk werk verricht dient te worden, ook nu nog
onverkort te moeten handhaven. Vorig jaar sprak ik - naar aanlei
ding van een post op de begroting - de verwachting uit, dat binnen
niet al te lange tijd meer aandacht besteed zou kunnen worden aan
dit werk.
Nu zou ik Uw college willen vragen: Moet Uw antwoord zöwor-
den gelezen, dat voorshands nog geen oplossing wordt gezien om
dat de daarbij betrokken partijen nog geen overeenstemming heb
ben verkregen over een praktische aanpak
En als dat zo zou zijn, ziet Uw college dan mogelijkheden om
de start van dit werk op niet a.1 te lange termijn te bevorderen? Als
gelet wordt op de grote betekenis van dit werkvoor de jeugd en de
ouders die daarvoor de verantwoordelijkheid dragen, dan moet dit
naar mijn oordeel mogelijk zijn.
U weet, dat ik overtuigd ben van het grote nut van een intens
en breed overleg en - waar mogelijk - samenwerkingvan allen die
bij het onderwijs in de stad Breda zijn betrokken. Ik heb daar reeds
meermalen op gewezen en een nadere verduidelijking van mijn
standpunt acht ik overbodig.
De oprichting van een schoolpedagogische dienst, de tijdige
planning van scholen in de nieuwe wijken, de scholenbouw waar
onder de systeembouw, omvang en inrichting van scholen aangepast
aan de mogelijkheden en de bestaande wensen en behoeften, het
zijn evenzovele taken die het nut en de noodzaak van een samen-
spreking en samenwerking nog eens, extra onderlijnen.
Wil Uw college meedelen, hoe op dit terrein een en ander zich
ontwikkelt
In verband met laatstgenoemde zaken zal ik graag van Uw col
lege vernemen, of de toepassing van systeembouw tot eenversnel
ling van de scholenbouw zal leiden, indien zin, dat hierdoor extra-
toewijzingen van de rijksoverheid worden verkregen.
De tijdige totstandkoming van nieuwe schoolgebouwen lijkt mij
