25 NOVEMBER 1964.
600
ne welvaartspeil, steeds groter worden. Het is daarom niet te veel
gezegd, en de heer Broeders heeft dit ook al opgemerkt.dat de ge
meenten thans volkomen "in de klem" zitten, temeer ook omdat
het terwille van een snelle goedkeuring van de gemeentebegroting
door gedeputeerde staten - op zichzelf weer een voorwaarde voor
een vlotte uitvoering van het gemeentelijk beleid - volstrekt ver
eist is te komen tot een sluitende begroting.
Men kan zich afvragen hoe het komt dat de rijksoverheid zo wei
nig begrip toont voor deze noodsituatie. Het antwoord op deze vraag
is betrekkelijk eenvoudig. Het beleid van het huidige kabinet wordt
in dit opzicht beheerst door twee grondgedachten:
le De stijging van de uitkeringen uit het gemeentefonds mag niet
uitgaan boven de groei van het nationale inkomen. Dat betekent
dat de uitkeringen voor 1965 t. o. v. 1964 slechts met 4°7o mogen
stijgen.
2e De belastingverlaging van meer dan 1 miljard moet worden vei
lig gesteld, of verdiend zo men wil.
Het eerste is een al te dogmatisch en ook onwerkbaar uitgangs
punt. Er kan tegenover worden gesteld dat bijeen flinke stijgingvan
het nationale inkomende overheidsuitgaven (dus ook die van de ge
meente) nog sneller zullen moeten stijgen, teneinde de extra-uitga-
ven mogelijk te maken die de overheid moet doen om de gestegen
welvaart in de collectieve sector te kunnen opvangen. Het duide
lijkste voorbeeld in dit verband is de snelle groei van het autopark
(men kan zelfs spreken van een explosie.' )en de daaruit voortvloeien
de behoefte aan wegen en andere voorzieningen. Maar ook op vele
andere gebieden (bijv. op het gebied van het onderwijs) zijn gemak
kelijk voorbeelden te bedenken.
Het tweede uitgangspunt (de voorgestelde verlaging van de in
komstenbelasting) oefent direct een zware druk uit op vele over
heidsuitgaven.
Er is overigens een duidelijk verband tussen beide punten.
Toch heeft men in regeringskring wel beseft dat langs deze weg
moeilijkheden zouden ontstaan.Op pagina 96 van de miljoenenno
ta 1965 staat dan ook te lezen: "Om tegenover de druk, die door de
prijsstijging op de groei van het bestedingsvolume komt te rusten
toch enige extra ruimte te scheppen voor die uitgaven, waaraan een
hoge prioriteit wordt toegekend, is het noodzakelijk een aantal re
tributies en tarieven te verhogen".
Door het huidige regeringsbeleid worden de gemeenten al even
zeer gedrongen op de weg naar verhoging van ret ributies en tarie
ven. Indien de gemeenten dit nl. niet zouden doen,dan zou dat be
tekenen dat het huidige peil van de gemeentelijke dienstverlening