25 NOVEMBER 1964. 604 jaar 1960 - eerste jaar waarop de financiële-verhoudingswet 1960 van toepassing is - definitief zullen zijn vastgesteld, hetgeen naar verluidt binnenkort zal gebeuren. Dit is ook van groot belang omdat het jaar 1966 het eerste jaar zal zijn, waarin een gedeelte van de garantiebijdrage zal vervallen. Wij delen de opvatting van burgemeester en wethouders dat de laatst bekende verfijningsgrondslag, nl. een bevolkingsagglomeratie met 150.000 of meer inwoners, onjuist moet worden geacht. Wij hopen dat dit criterium spoedig vervangen zal worden door een ander dat van meer inzicht getuigt in de lasten, waarvoor een aantal grote gemeenten - vooral ook vanwege hun centrumfunctie - zich gesteld zien. Het komt mij voor mijnheer de voorzitter, dat er voor de raad alle aanleiding bestaat, zijn bezorgdheid over de financiële situa tie duidelijk uit te spreken in de vorm van een motie gericht aan de ministers van binnenlandse zaken en van financiën, waarvan een afschrift zou kunnen worden gezonden aan de beide Kamers der Sta- ten-Generaal. Een proeve van zulk een motie heb ik gereed gemaakt en wordt U hierbij overhandigd. Ik zou deze motie gaarne aan het oordeel van de raad willen onderwerpen. Motie van de heer Vis. De raad der gemeente Breda, in openbare vergadering bijeen ter behandeling van de begroting voor het dienstjaar 1965; spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de financiële situatie van de gemeente die is ontstaan doordat gedurende de laatste jaren de groei van de uitgaven belangrijk is uitgegaan boven de beschikbare middelen, hetgeen er toe heeft geleid dat hij voor ieder van deze jaren genoodzaakt is geweest over te gaan tot beduidende verhoging van een aantal heffingen en tarieven, teneinde het plaatselijk ver- zorgingspeil zoveel mogelijk te kunnen handhaven; is van oordeel dat deze situatie voor een belangrijk deel is ontstaan door het te lage aandeelpercentage van het gemeentefonds; dringt er bij de regering op aan het vaststellen van dit aandeelper centage mede te baseren op een onderzoek naar de werkelijke be hoeften van de gemeenten; betreurt het dat tot op heden nog geen duidelijk inzicht kon worden verkregen in de werking van de Financiële Verhoudingswet 1960, door het ontbreken van een aantal belangrijke uitvoeringsmaatrege len;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 604