609
25 NOVEMBER 1964.
Dat dit ook door het college van burgemeester en wethouders zo
wordt gezien, blijkt uit de mededeling (op pag. 46 van het "ant
woord") over het feit dat het accres van de uitkering lager onder
wijs uit het gemeentefonds met de stijging van de kosten voor het
lager onderwijs t. o.v. 1964 geen gelijke tred houdt, mede omdat
verder gegaan werd met de essentiële verbetering van het onderwijs
niveau. Men kan niet zeggen dat de Bredase onderwijssituatie on
bevredigend is, maar anderzijds zijner nog heel wat verbeteringen
nodig.
Hierbij valt bijv. te denken aan wat op pag. 30 van de eind 1962
verschenen onderwijsnota is vermeld aan toekomstplannen met be
trekking tot het buitengewoon lager onderwijs, nl. de plannen die
bestaan om tekomen tot oprichtingvan een openlucht-school, een
mytylschool en een school voor moeilijk opvoedbare kinderen. Hoe
staat het thans met deze plannen? Een goed gedifferentieerd en ge
specialiseerd onderwijspatroon (we hebben bijv. al een school voor
slechthorenden en twee z. g. 1. o. m. -scholen) is van eminent be
lang, niet in de laatste plaats voor het levensgeluk van de kinde
ren.
Mede in verband met deze ontwikkeling naar meer differentiatie
in het onderwijs wordt de betekenis van de z. g. randdiensten steeds
belangrijker. De meer individuele benadering van de leerlingen
die in het gehele onderwijs noodzakelijk wordt geacht, vindt ook
in de toenemende betekenis van de schoolgeneeskunde, de school-
psychologie en het schoolmaatschappelijk werk zijn weerslag. Daar
bij doet zich de vraag voor of deze verschillende werkzaamheden
wel voldoende gecoördineerd worden verricht. Het zijn typisch
werkzaamheden die in teamverband moeten worden gedaan. De
vraag moet dan ook gesteld worden of het niet noodzakelijk is de
ze werkzaamheden onder te brengen in één z. g. schoolverzorgings-
dienst.
De onderwijsnota van 1962 had meer het karakter van een in
ventarisatie. Achten burgemeester en wethouders het niet gewenst
dat als vervolg daarop een beknopte beleidsnota wordt opgesteld,
mede ook in verband met de plannen om te komen tot taakverbre
ding van het Pedagogisch Centrum? Een belangrijke vraag daarbij
is ook in hoeverre de gemeente door het treffen van maatregelen
stimulerend zou kunnen optreden in het proces tot verdere demo
cratisering van het onderwijs.
Meer en meer doet n. 1. de mening opgeld dat de oorzaken van te
gerirge doorstroming naar hogere takken van onderwijs zijn gele
gen in het lager onderwijs, in het bijzonder zelfs in de lagere klas
sen.
Reeds meerdere malen is bij de behandeling van de begroting
gesproken over een eventuele fluoridering van het drinkwater. In
middels is, zoals uit het antwoord van burgemeester en wethouders