25 NOVEMBER 1964.
620
De heer MELZER zegt het volgende:
Mijnheer de voorzitter,
Het is mij een droeve plicht het heengaan uit ons midden te me
moreren van twee bijzonder verdienstelijke raadsleden, de heren
Rattink en Kramers. Markante figuren uit onze raad, die wij zeer
node missen.
Zij rusten in vrede.
Ik kan mij voorstellen dat de samenstelling van de aangeboden
sluitende begroting 1965 zowel voor Uw college als voor de daar
bij betrokken ambtenaren, een bijzonder zware opgave is geweest.
Het is nu eenmaal zo, dat de gemeente voor de inkomsten voorna
melijk van het rijk afhankelijk is, dat er vrijwel geen mogelijkheid
is een zelfstandige politiek te voeren en er weinig bewegingsvrij
heid is in het voor ons ontworpen confectie-keurslijf.
De stijging in het uitgavenpeil in verschillende sectoren, zoals
personeelskosten, goederen, grondstoffen en verplegingskosten, vol
trekken zich zonder dat wij deze kunnen voorkomen of verhinderen,
en deze meerkosten kunnen helaas niet volledig gecompenseerd
worden door de uitkeringen uit het gemeentefonds. Dit tekort aan
dekkingsmiddelen manifesteert zich vooral in de personeelssector,
daar waar geen specifieke overheidstaken verricht worden, en bij
de gemeentebedrijven, waar tegenover hogere salarissen uiteraard
geen produktieverhoging plaatsvindt, en een groter afzetgebied nu
eenmaal tot de onmogelijkheden behoort.
Tenslotte verloopt de vaststelling van de uitkering ten aanzien
van de sociale zorg over een te lange periode, en komt dus te laat
tot uitdrukking in de uitkeringen.
Daarnaast zijn er dan de moeilijkheden in de kapitaalssfeer,
speciaal voor onze gemeente met een voor ieder duidelijk waarneem -
bare centrumfunctie.
Ik denk hierbij aan uitgaven voor aanleg en reconstructie van
wegen, uitbreiding en "verantwoorde" modernisering van de open
bare verlichting, recreatieve voorzieningen, en de overschakeling
op aardgas.
In dit verband betreur ik het bijzonder dat Breda niet in aanmer
king komt voor de agglomeratieverfijning of, duidelijker gesteld,
voor een hogere uitkering uit het gemeentefonds, voor het kunnen
vervullen van de centrum-functie.
Zeer terecht heeft Uw college zich tot de bewindslieden van