25 NOVEMBER 1964.
624
Mijnheer de voorzitter,
Het ligt niet in mijn bedoeling om in deze algemene beschou
wing de schijnwerper te richten op alle delen der gemeentelijke
activiteiten, doch mij te beperken tot enige wel zeer belangrijke
onderdelen.
Investeringen.
In ons investerings-program zijn er twee objecten die mij met zorg
vervullen, te weten het hoogspoorplan en de nieuwe schouwburg.
De spoorwegwerken zijn reeds uitgebreid in deze raad ter dis
cussie geweest.
Uitgaande van het frapper-toujours ben ik overigens van mening dat
het "rijke" rijk in belangrijke mate de 100 - 195 zal moeten over
bruggen.
De excessieve lastenverbonden aan de exploitatie van een mil
joenen vergende bouw van een nieuwe schouwburg, geven mij de
euvele moed om bij Uw college nog eens op bezinning aan te drin
gen en de mogelijkheden te willen onderzoeken van een rendabeler
object als buurman van het nieuwe stadhuis.
Bij de reconstructie of wegdekvernieuwing van wegen zal ik het
waarderen indien deze werken, in het algemeen, in volgorde van
de verkeersintensiteit uitgevoerd worden.
Verkeer.
Dag in dag uit, en zo langzamerhand ook nacht in nacht uit,
worden wij geconfronteerd met het verkeer en de daarbij behoren
de problematiek. Ik meen, zonder zelfgenoegzaamheid, te mogen
stellen dat wij er tot dusver in zijn geslaagd de zaak in de hand te
houden, hoewel op bepaalde dagen de thermometer dich de rode
streep nadert.
Het toenemend gemotoriseerd verkeer, dat steeds weer de prog
noses overtroeft, vereist een gespecialiseerde benadering. Zowel
in de bestaande bebouwing als in de uitbreidingsplannen zijn voor
studie en coördinatie onontbeerlijk.
De vraag die bij mij rijst is of Uw college van mening is over
voldoende equipage te beschikken om de zo dynamische verkeers
problematiek te blijven schutten.
Woningbouw.