m
629
25 NOVEMBER 1964.
Ik heb géén schriftelijke vragen ingediend en teneinde het ge- der
vaar te ontlopen (ik spreek nu in de taal van de commissaris van dat
politie) "verdachte" of "meermalen betrokkene" te zijn, ook géén
gebruik gemaakt van de gelegenheid aanvullende vragen in te die
nen. het
Een en ander sproot niet voort uit gebrek aan vraagstof bij onze
fractie, doch louter uit gebrek aan tijd om ze te formuleren. Ik dat
vond nl. mèt de post van ruim 3 weken alle begrotingsstukken, na vor
terugkeer uit het buitenland, op mijn kamer, waarbij een brief, die Oo:
de volgende dag om deze vragen verzocht. die
(ik
Bij voorbaat bied ik U dus mijn excuses aan, wanneer er in de- -ve
ze algemene beschouwingen enige vraagjes om de hoek komen kij- -ui
ken, doch het is niet buiten de orde en dus neem ik deze kans waar, -ge
zij het met mate. is,
Hei
Het afgelopen begrotingsjaar is voor Breda niet prettig geweest, öf
niet prettig in die zin, dat Breda vele grote en goede burgers heeft dat
moeten verliezen.
Als ik enkele namen mag noemen mijnheer de voorzitter dan
missen wij uit ons midden de heren Rattink en Kramers, dan missen Be
wij onze gemeente-ontvanger de heer De Hingh en dan missen wij ho
Ir. A. Smits van Waesberghe en Mr. G. van der Schrieck. -Dt
De veelheid van functies door hen vervuld, èn zo perfect, duiden ve
op de" groot"-heid van hen, maar onderlijnen tegelijkertijd deenor- ve
me leegte die zij achterlaten voor Breda en onderlijnen daarbij mijn ve
bewoordingen: ve
Het was voor Breda geen prettig jaar. ve
Dit
Nu is niemand onvervangbaar. Deze gemeenteplaats is ons al- Mij
len bekend, doch ik hoop dat een dergelijke cumulatie ons voor noc
komende jaren bespaard moge blijven. Het zou desastreus kunnen ma
worden. Wes
vee
Het aanstaand vertrek van onze gemeente-secretaris stemton- jr
ze fractie ook allerminst vrolijk. Ook hij heeft naast de vele door stee
hem ontwikkelde initiatieven vele functies, waardoor hij node te Ter
missen is. Wij leven nog in de illusie dat hij voorlopig alleen zijn doe
officiële functie neerlegt, zodat zijn opvolger, welke wij alle sterk- hal
te toewensen, zich eerst kan toeleggen op het inwerken in deveel- Ooi
heid van zaken van het secretarisschap zelve. ïk 1
Ik kom thans tot de begroting zelve. De stukken zijn evenals vo- Uit
rige jaren uitstekend verzorgd; de toelichtingen bij de diverse pun
ten van dien aard, dat een duidelijk beleidsbeeld hierdoor voor ogen
komt en de vermindering van het aantal vragenpagina's als ook die de i