25 NOVEMBER 1964.
630
der antwoorden (vorig jaar 42-79, thans 35-62) bewijst mijns inziens
dat van een weldoordachte voorlichting sprake is.
Gaarne spreek ik hiervoor mijn waardering uit, overtuigd van
het enorme werk dat hiervoor door vele is verricht.
Wanneer ik nu inga op enige onderdelen dan valt het mij op,
dat ik op het stuk van financiën, letterlijk kan herhalen hetgeen ik
vorig jaar mocht zeggen.
Ook de heer Broeders heeft enkele dingen letterlijk kunnen herhalen
die hij vorig jaar heeft gezegd.
(ik citeer nu in telegramstijl)
-vertraging uitwerking financiële verhoudingswet I960;
-uitkeringen nog niet definitief vastgesteld;
-geen enkele aanvullende bijdrage gehonoreerd, waarom gevraagd
is.
Het komt mij voor mijnheer de voorzitter dat het voor Den Haag
bf wat moeilijk is, öf dat zij ergens door ge-REM-d worden, doch
dat het voeren van een gemeentelijk financieringsbeleid dan wel
zéér moeilijk wordt, staat als een paal boven water.
Indien U mij toestaat citeer ik verder (in telegramstijl):
■Begroting sluitend maken komt "natuurlijk" weer neer op een ver
hoging van lasten voor de Bredanaar èn de Bredase industrie.
-De minister van economische zaken dreigt met prijsstop. -Behal
ve op: en nu citeer ik niet:
verhoging elektriciteitstarieven;
verhoging reinigingsrechten ophalen huisvuil;
verhoging rioolrecht voor bedrijven en instellingen;
verhoging legestarieven voor afgifte bouwvergunningen.
Dit wordt door de overheid voorgesteld, dus is het gesanctioneerd.
Mijnheer de voorzitter, ik ben blij, dat de toelichting spreekt over
noodzakelijke bezuinigingen. Ten bewijzevan deze "doortastende"
maatregelen, worden hier en daar bedragen van 25,- eenvoudig
weg geschrapt en wordt een subsidie van 750, - rigoureus gehal
veerd
Ik heb begrip mijnheer de voorzitter voor de situatie, maar het is
steeds weer de industrie die het zwaarst wordt getroffen.
Terecht kunt U opmerken: Wat zou Breda zijn zonder zijn industrie,
doch U moogt er niet bij dénken; dan was er nergens meer iets te
halen
Ook deze kruik gaat zo lang te water tot zij barst.
Ik kom hier bij de hoofdstuksgewijze-behandeling gaarne op terug.
Uitbreiding van de gemeente.
Indien wij hettempo in de woningbouw behoudenvan thans, met
de diverse produktiestromen, dan lijkt het mij normaal dat wij in