26 NOVEMBER 1964.
647
meentefondsuitkeringen - beperkte eigen inkomstenbronnen.
De maatregelen, welke worden voorgesteld om de inkomsten te
verhogen moeten daarom gezien worden in het kader van het schep
pen van mogelijkheden voor de groeiende behoefte aan voorzienin
gen, hetzij nieuwe activiteiten, hetzij uitbreiding van bestaande
activiteiten of diensten. Zonder deze maatregelen is geen opbouwend
beleid te voeren en moet het voorzieningspeil schade leiden.
De begrotingsopzet voor 1965 zou spreker in dit verband "kri
tisch" willen noemen. De voornaamste inkomstenraming - de ge
meentefondsuitkeringen - zijn met enig verantwoord optimisme op
gesteld.
Dit optimisme houdt risico's in zich, doch deze beperkte risico's
zijn verantwoord gedekt door de veiligheidsmarge in de vorm van
de saldi-reserve.
De overige ramingen - zowel inkomsten als uitgaven - zijn uiterst
scherp gesteld.
De begroting bevat bovendien weinig speling door de absoluut on
voldoende omvang van de post voor onvoorziene uitgaven (normaal
150.000, - a 160.000,- nu slechts 82.000,-). De geringe
omvang van deze post is mede een gevolg van de onverwachte maat
regel van de provincie tot het intrekken van het provinciaal subsi
die in de kosten van huisvesting van kinderen in internaten voor
b. l.o.De pogingen om deze maatregel tenminste een jaar op te
schorten hebben helaas geen resultaat opgeleverd.
Dit samenvattend betekent dat in de begroting 1965 alleen ver
schuivingen zouden kunnen worden toegepast. Iedere vergroting
van uitgaven moet leiden tot een verdere belastingverhoging ter
wijl het achterwege laten van de voorgestelde maatregelen in de
inkomstensector moet leiden tot verdere beperking van uitgaven.
In het kader van de maatregelen welke in de inkomstensector
worden voorgesteld moet spreker nogmaals de aandacht vestigen
op het volkomen logisch en normale van deze maatregelen bij de
beoordeling van het totaalbudget. Ook de eigen inkomsten vormen
een essentieel bestanddeel van het pakket aan dekkingsmiddelen.
De stijgende uitgaven door loon- en prijsverhogingen eisen alleen
daarom al een regelmatige aanpassing van de tarieven om de op
brengst van dit onderdeel van het budget zoveel mogelijk op peil
te houden.
In dit kader wil hij enige cijfers herhalen uit het antwoord op
het centraal rapport betreffende de ontwikkeling van de verhouding
tussen opbrengst belastingen en winstuitkeringenergie- en waterbe
drijf enerzijds en deuitkeringen uit het gemeentefonds anderzijds.