63 12 FEBRUARI 1964. tal van ongeveer 114.000 229 vergunningen betekenen. Momenteel zijn er in Breda 192 vergunningen afgegeven. Het is spreker bekend dat een wijziging van dit maximum tijdig moet worden aangevraagd. Daarom gelooft hij dat het juist geweest zou zijn thans een verrui ming van het aantal vergunningen per 1 januari 1965 aan te vra gen. Dan waren er thans geen moeilijkheden over deze vergunning gekomen. Door deze sterke beperking van het aantal vergunningen, zo zegt spreker, is er een handeltje ontstaan. Iedereen is bekend met het euvel van zogenaamde vervangings-contracten en iedereen weet dat er zakenmensen zijn die voor het hebben van een vergunning misschien meer op moeten brengen dan eigenlijk voor het huren van het bedrijf betaald dient te worden. Daarom vindt spreker het jammer dat enerzijds hen de gelegenheid ontnomen wordt een vergunning te krijgen en anderzijds de raad een ontheffing verleend op het vastgestelde maximum. Spreker heeft duidelijk laten blijken dat hij geen tegenstander is van het verlenen van de voorgestelde ontheffing. Morgen valt wellicht de beslissing over de nieuwe drankwet. Hij vraagt of het niet mogelijk is de aanvrage achterwege te laten. Wethouder MEIJS merkt opdat het best mogelijk is dat de nieu we drankwet nog wel eens "uit de oven" komt, maar wanneer dit zal zijn is hem niet bekend. De nieuwe drankwet moet nog in de eerste kamer behandeld worden. Thans behoeft de raad zeker niet op dit moment met de behande ling van dit voorstel op de totstandkoming van de nieuwe drankwet te wachten. Spreker weet niet hoe de nieuwe drankwet er uit zal zien en dus ook niet of op grond daarvan een aanvrage overbodig zal zijn. Zou bo vendien blijken dat de nieuwe wet deze aanvraag overbodig maakt dan is er op zich nog niets verloren. In verband met de opmerking van de heer Van Caulil over het la ger maximum aantal vergunningen in de gemeente Breda moet spreker toch opmerken dat dit maximum door de raad is vastge steld. De raad zal dus ook dit maximum aantal kunnen verhogen. Hij meent zich te herinneren dat de raad indertijd geen voorstan der was om het maximum, genoemd in de wet, op te voeren. De verhandelbaarheid van de vergunningen is een algemeen bekend feit. Maar er is een raadsbesluit en zo de raad dit gewijzigd wenst te hebben, dan zullen naar zijn mening burgemeester en wethou ders hiertegen niet zoveel bezwaar hebben. Destijds is er in verband met een grenswijziging enige wijziging in het maximum gebracht. Maar thans zit de gemeente aan dit maximum vast. Verruiming van het maximum aantal vergunningen zal naar spre- ker's mening na enige tijd toch weer een krapte ten gevolge heb ben. Spreker is van mening.dat gezien de door de heer Van Caulil aangehaalde argumenten, het achterwege laten van deze aanvrage

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 63