656 26 NOVEMBER 1964. sferen voortdurend door dezelfde mensen moeten laten benaderen. De staf is voortdurend bezig met problemen van jeugdzorg met al les wat daaraan vast zit, met zuiver culturele zaken, met volks gezondheid en maatschappelijk werk. Dit zijn praktisch dezelfde mensen die voortdurend switchen en weer doorlopend met dezelfde taken bezig zijn. Ook dat brengt ertoe dat men met allerlei zaken zo snel mogelijk tracht te wer ken, maar dat betekent dat men ten ene male geen ijzer met han den kan breken. De sprekers hebben kritisch de hoogte van de subsidies bekeken. Het is juist dat men beoordeling van allerlei uitgaven zo kritisch mogelijk doet. Burgemeester en wethouders worden er steeds mee geconfronteerd dat uit diverse sectoren om subsidie wordt gevraagd. Het is dan nodig dat ook de aanvragers kritisch inzicht hebben. Dit is nu een van de grote moeilijkheden waarmede geregeld wordt gekampt. Aan de aanvragers moet duidelijk worden gemaakt dat men zich - gelet op het budget van de gemeente en op de eigen taak stelling - in eigen kring allereerst bezint of men met zijn volle dige aanvrage bij de gemeente terecht kan komen of niet. Burge meester en wethouders hebben een dubbele taak, namelijk zich tegenover de raad te verantwoorden en de aanvragers tot bezinning te brengen. Spreker zegt dit met opzet omdat in deze sector nogal wat cijfers zijn die bijzondere belangstelling hebben en nogal van uitzetting etuigen. Enige voorbeelden wil hij noemen. In de sector open- are leeszaal: in 1964 220.000,- in 1965 254.000,- een ver schil van 34.000,-. In wezen zou deze verhoging veel hoger moeten zijn als tegemoet zou worden gekomen aan de vraag. Hier is het rode potlood gebruikt. De moeilijkheden die hieruit voortkomen zullen de raad te zijner tijd moeten worden voorgelegd omdat thans een diepgaande studie omtrent deze aangelegenheid plaatsvindt. De muziekschool werd vorig jaar met 125.000, - gesubsidieerd. Dat wordt nu 180. 000,-. Hierover hoeft praktisch geen nadere uitleg te worden gegeven omdat een en ander kortgeleden is be handeld. Het betrefteen normale voorziening als de muziekschool werkelijk tot stand wordt gebracht. Drie subsidies waarover reeds verschillende malen werd gedeba- teerd, betreffen de subsidie voor het Brabants Orkest, hetwelk met 40. 800, - stijgt, voor het Brabants Conservatorium is er een stij ging van 20.000,- en voor Ensemble een in verhouding grote stijging van 8.500, -.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 656