omenteel sr bekend jevraagd. snverrui- n te vra- srgunning zo zegt i met het een weet sr gunning iet huren legenheid s de raad stander is kwet. Hij laten. Ede nieu- nneer dit nog in de behande- drankwet ;n dus ook o Zou bo- lig maakt er het la- eda moet is vastge- verhogen. voorstan- eren. ;n bekend igd wenst wethou- n verband gebracht. ïaar spre- )lge heb ban Caulil aanvrage 64 12 FEBRUARI 1964. niet nodig is. Het aanhouden van deze aanvrage in verband met de komst van de nieuwe drankwet acht hij ook niet nodig. De heer VAN CAULIL zegt dat hij gesteld heeft dat de nieuwe drankwet morgen tot stand kan komen. Wellicht kan dit ook vol gend jaar zijn, maar dit zou hij toch gelijk willen stellen voor de beide opmerkingen, die hij gemaakt heeft. Hij vraagt aan burge meester en wethouders of zij begrip willen hebben voor de moei lijkheden van de neringdoenden in de Horeca-sector, zo de nieuwe wet per 1 januari 1965 niet de nodige verruiming geeft. De thans voorliggende aanvraag betreft een niet-commerciële in stelling. Burgemeester en wethouders stellen voor deze instelling een ver gunning te verlenen, terwijl de neringdoenden veel geld op tafel moeten leggen om met een vergunning een horeca-bedrijf te kun nen exploiteren. Spreker wil er daarom op aandringen de nodige stappen te ondernemen om deze mensen de nodige verlichting te brengen. Hiermede behoeft niet gewacht te worden op de nieuwe drankwet. Spreker brengt nog onder de aandacht dat er een wachtlijst voor het verkrijgen van een vergunning is, waarop mensen reeds 30 a 40 jaar staan. Hij vraagt burgemeester en wethouders de zaak eens te willen be kijken. Wethouder MEIJS gelooft, dat de heer Van Caulil zich vergist. Hij is van mening, dat het voor de horeca-bedrijven beter is als er minder vergunningen zijn. Spreker noemt de houding van de heer Van Caulil zeer prijzenswaardig om de concurrenten het leven te gunnen. Dit kweken van concurrenten is feitelijk in strijd met de inzichten van de middenstand, die nieuwe vestigingen zoveel mo gelijk tracht tegen te gaan. Spreker wil echter de heer Van Caulil toezeggen.dat burgemeester en wethouders deze zaak nog eens nader zullen bekijken. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 5. SUBSIDIE AAN MEDISCH CONSULTATIEBUREAU VOOR ALCO HOLISME. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 6. AANVULLEND BOUWVOORSCHOT AAN DE ALGi, WONING BOUWVERENIGING COMPLEX 82 WONINGEN. De heer SPANJER zegt dat in het voorstel wordt gesproken van warmtestralers.Omdat een warmtestraler een benaming is voor een bepaald instrument dat te geringen capaciteit heeftom een douche cel te verwarmen, zou spreker gaarne met zekerheid willen weten welk apparaat bedoeld wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 64