26 NOVEMBER 1964. 659 het onderwijs en dan vooral bij het lager onderwijs en voorname lijk bij de lagere klassen, nogal wat moeilijkheden voorkomen. Juist in verband daarmede zou het Pedagogisch centrum, het school psychologisch- en schoolmaatschappelijk werk - ook in de zin van geven van cursussen in pedagogie en didactiek zo'n volle uit groei kunnen hebben. In het Pedagogisch Centrum bestaan op dit gebied wel bepaalde cursussen. Getracht is met de verschillende pedagogische centra in den lande contact op te nemen om te zien of een samenspel, een doorstromen van boven naar beneden en van beneden naar boven mogelijk zou zijn, Over het resultaat is spreker teleurgesteld, Dit is geen verwijt, want hij heeft er begrip voor dat men bij de pedagogische centra met enorm veel problemen zit en dat men thans wordt overstroomd met problemen ten aanzien van de uitvoering van de mammoetwet. Men moet allerlei expe rimenten begeleiden en men kan niet de tijd opbrengen met een plaatselijk of regionaal belang direct rekening te gaan houden. Men beschikt niet over de nodige mankracht om spoedig te helpen. Sprekende over artikel 55 quater der lager onderwijswet moet hij de heer Kroon toch echt teleurstellen wat betreft de school Vi- andenlaan. Spreker heeft na laten rekenen wat het zou betekenen indien niet wordt gehouden aan de oorspronkelijke opzet. Het zou betekenen dat op de begroting ongeveer/ 70.000,- meer zou moe ten worden gebracht. Het is bekend dat elk bedrag dat pro leerling hoger wordt met 15,- 16- of 20.000,- moet worden vermenig vuldigd. Voor het budget is het dus van belang om tot een reële berekening te komen. Als wordt gezegd dat Breda te laag is bij andere gemeente ver geleken dan moet spreker opmerken dat dit niet zo is, Breda is echt niet te laag. Bij de thans voorliggende begroting wordt gedacht aan een bedrag ex artikel 101 van 72,50 voor het gewoon lager onderwijs. Dit is een aanmerkelijke stijging vergeleken bij het vorig jaar, want toen was het 62, -. Ter complettering noemt spreker de cijfers vanaf 1959 voor het gewoon lager onderwijs; de anderen lopen ongeveer parallel. In 1959 was het 43, 92, dat wordt nu 72, 50. In 6 jaar tijds is dit toch wel een goede vooruitgang. Er is dan ook voortdurend naar gestreefd om dit bedrag op basis van reële berekeningen opeen nor maal bedrag te brengen. Buiten deze bedragen liggen nog de ver goeding voor gymnastiek en voor schoolzwemmen van respectieve lijk 5,35 en 3,75 per persoon. Bij veel gemeenten is het bedrag ex artikel 101 met inbegrip van deze kosten. Kijkend naar gemeen ten van gelijk soortige grootte, slaat Breda echt geen geit figuur. Breda is niet de laagste en niet de hoogste, de gemeente loopt in een heel behoorlijk gemiddelde mee. Hier en daar ismen zelfs aan de top.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 659