26 NOVEMBER 1964.
661
bijgebleven wordt bij de dynamische uitbreidingen. Voorkomen
moet worden dat de kinderen in eigen wijken geen onderdak heb
ben in de school en dat ze grote afstanden af moeten leggen. In
dit verband wil spreker nog aanhaken op de wens van de heerOua-
dekker om alstublieft geen nieuwe barakken te bouwen. Toch zul
len barakken moeten worden gebouwd wanneer onverhoopt de nieu
we vergunningen voor systeembouw er niet tijdig zijn. In dat ge
val is men wel verplicnt met barakken te werken. Wanneer net
voor kleuteronderwijs niet mogelijk is systeembouw, waar naar
wordt gestreefd te verwezenlijken, dan zal ook wel weer naar ba
rakken worden gegrepen wanthet departement geeft praktisch geen
goedkeuring voor de bouw van kleuterscholen.
In de nieuwe wijken komen veel jonge gezinnen. Het is van be
lang dat de daar geplande kleuterscholen er komen, want het be
tekent een enorme verlichting voor zulke gezinnen, dat hun kin -
deren voldoende worden beziggehouden. Maar ook uit onderwijs
kundigopzicht is het van grootbelang dat de kinderen als een soort
vooropleiding op en een soort gewennen aan het onderwijs kleuter
onderwijs volgen.
Krijgt Breda weinig kleuterscholen, - het is overigens een schra
le troost dat het hele land er maar weinig krijgt - dan zal in dit
opzicht gebruik moeten worden gemaakt van noodoplossingen.
Met erkentelijkheid heeft spreker kennisgenomen en geluisterd
naar de vragen van de heer Melzer waaruit hij in eenvoudige en
rechte bewoordingen afleidt dat het aanvankelijk door de heer Melzer
uitgesproken niet vertrouwen ten opzichte van spreker is omgezet
in wel vertrouwen.
Tot slot wil spreker zeggen welbijzonder getroffen te zijn door
het voorstel van de heer Quadekkerom over te gaan tot het oprich
ten van een nieuwe stichting. Hij wil hem hierbij een advies ge
ven. Bij hem zijn allerlei statuten te verkrijgen. Hij zou echter
willen waarschuwen om er niet zelf achter te gaan staan, want het
maakt zo'n vreemde indruk als men een stichting maakt van "vrin
den" en men staat er zelf achter.
Wethouder VAN BOXTEL meent zich te kunnen beperken tot
een tweetal punten, met name de fluorideringen het huisvestings
probleem. Misschien zijn er nog enige detailpunten, doch die kun
nen wellicht beter bij de hoofdstuksgewijze behandeling der be
groting worden besproken.
Ten aanzien van een opmerking van de heer Kroon over het sub
sidiebeleid wil spreker echter een opmerking vooraf maken. De heer
Kroon vroeg zich af of het een langer te handhaven systeem was om
te subsidiëren op basis van salarissen en loonmethodiek. Spreker