26 NOVEMBER 1964. 669 Met deze kleine bouwers vinden regelmatig besprekingen plaats. Zij hebben wel geen bouwteam maar komen toch periodiek bij el kaar. De gedachtenwisseling met deze club is bijzonder prettig en ook van de andere zijde wordt het bijzonder op prijs gesteld dat door de gemeente wordt geprobeerd dat ook zij continu kunnen bouwen. Hiervoor is in het verleden begrip gevonden bij rijks- en provinciale overheid. Dat wil niet zeggen dat alles is gekregen wat nodig was, die situatie is beslist nog niet aanwezig. Niet nagela ten zal worden ook voor deze categorie doorbouwen mogelijk te maken. Uiteraard zal er op worden gelet dat de ene uitvoering de ander niet zal gaan frustreren hetgeen nadelig zou zijn voor de bouwactivi teiten. Als gevolg van het volgen der methode van arbeidsbesparend bouwen zijn tot dusver in 1963 en 1964 614 woningen in totaal ex tra verkregen. Voor het aantal woningen dat arbeidsbesparend wordt gebouwd is 80°]o contingent nodig. Uit de pot van 1961 werden 3 x 85woningen bovenhet contingent verkregen. Voor de kleinere bou wers zijn in totaal boven ons contingent 70 eenheden verkregen. Daarnaast is er in Breda nog behoefte aan huisvesting voor bejaar den. Voor Huize de Breedonk zijn 34 extra eenheden verkregen, zodat in totaal over deze beide jaren 614 eenheden extra en boven het normale contingent zijn bemachtigd. Hieruit meent spreker te kunnen stellen dat arbeidsbesparend bouwen een zaak is die toch wel bijzonder de belangstelling verdient van het gemeentebestuur omdat daardoor de contingenten belangrijk kunnen worden verhoogd. Verdere voordelen die deze methode oplevert zijn dat men door het verhogen van het tempo ten opzichte van de aanname in een situatie komt te verkeren dat men moet gaan anticiperen op con tingenten van toekomende jaren, wil men de beschikbare bouwca paciteiten in de productiestromen die op gang zijn gebracht inder daad kunnen continueren. Dat betekent in het concrete geval de HogeVucht dat in de woning wetsector juni, juli of augustus 1965 zal moeten worden gestart met een volgend plan. De bouwvakkers die daar doende zijn moeten er niet uit hoeven te lopen maar dienen te kunnen beginnen aan een volgend project. De voorzitter der raadsfractie van de K.V.P. heeft er al aan herinnerd dat tijdens de vergadering van provinciale staten aan ge deputeerde staten de uitspraak is gevraagd of de ook door de cen trale overheid destijds gedane toezegging wordt gehonoreerd. De toezegging liet er geen twijfel over bestaan dat zijne Excellentie beslist voornemens is om deze toezegging gestand te blijven doen. Bijna zou men zeggen dat dit ook niet anders kan, want zou dit niet gebeuren dan is het tussen overheid en particuliere bouwers gerezen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 669